In tegenstelling tot zonne-energie en windenergie is menselijke spierkracht altijd beschikbaar, ongeacht het seizoen of het uur van de dag. In tegenstelling tot fossiele brandstoffen is menselijke spierkracht dan weer een schone energiebron, die bovendien alleen maar toeneemt naarmate de bevolking groeit.
In de Human Power Plant onderzoeken kunstenaar Melle Smets en Lowtech Magazine de mogelijkheden van menselijke energieproductie in een moderne maatschappij. Hoe zou de wereld eruit zien als alle elektriciteit door spierkracht wordt opgewekt? Kunnen we met alleen maar spierkracht een moderne levensstijl volhouden?
De Human Power Plant is zowel een technische als een sociale uitdaging. Technisch, omdat er nauwelijks wetenschappelijk en technologisch onderzoek is verricht naar door mensen aangedreven machines. Sociaal, omdat menselijke spierkracht als enige energiebron gemotiveerd moet worden om energie te leveren.
De Human Power Plant is onderdeel van de Zero Footprint Campus, een project op het Utrecht Science Park van de Universiteit Utrecht. Net zoals de rest van de maatschappij vragen universiteiten zich af hoe ze duurzamer kunnen werken. Hoewel milieu vaak een belangrijk onderwerp is in onderwijs en onderzoek, resulteert die kennis zelden of nooit in een duurzame campus. De Zero Footprint Campus geeft twaalf kunstenaars de ruimte om, in samenwerking met studenten, professoren en onderzoekers, zo’n toekomstige campus vorm te geven.
De lange geschiedenis van menselijke spierkacht
Gedurende het grootste deel van de geschiedenis was de mens zelf de belangrijkste bron van mechanische energie. Het bouwen van steden, het graven van kanalen, de productie van voedsel, het wassen van kleren, het maken van meubilair, het organiseren van communicatie en transport: het gebeurde allemaal grotendeels met menselijke spierkacht als energiebron.
Paarden, ossen en zelfs honden werden ingezet als extra energiebron voor transport, landbouw of andere doeleinden, terwijl windmolens en watermolens vanaf de late middeleeuwen werden gebruikt voor het malen van graan. Maar het gros van het werk leverden we gewoon zelf. Alleen voor thermische energie rekende de mens op brandstoffen: het verbranden van hout en turf zorgde voor verwarming, koken en industriële processen zoals zout- en glasproductie.
Vandaag speelt menselijke spierkracht vrijwel geen enkele rol meer in de productie van mechanische energie. Die wordt nu grotendeels geleverd door fossiele brandstoffen, ofwel als primaire brandstof (bijvoorbeeld in het geval van de auto) of als energiebron voor de productie van elektriciteit, waarmee vervolgens miljoenen soorten machines en toestellen worden aangedreven. Doorheen de twintigste en eenentwintigste eeuw werd spierkracht steeds minder belangrijk. Zelfs de miniemste fysieke inspanningen zijn nu vervangen door een alternatief met een snoer of batterijen.
Voordelen van menselijke spierkracht
Deze “vooruitgang” heeft een prijs. De moderne samenleving is voor haar dagelijkse functioneren volledig afhankelijk van fossiele brandstoffen en elektriciteit. Fossiele brandstoffen als steenkool en gas zijn niet oneindig voorradig en daarbij veroorzakers van veel problemen zoals klimaatverandering, luchtvervuiling, bodemdegradatie en geopolitieke spanningen.
Er wordt veel hoop gesteld in alternatieve energiebronnen zoals wind- en zonne-energie, maar hoewel die een onderdeel van de oplossing kunnen zijn, kleven er ook bezwaren aan. Ten eerste zijn wind en zon niet altijd beschikbaar, en kan het aanbod van hernieuwbare energie aanzienlijk verschillen alnaargelang het seizoen – zo is er ’s winters in Nederland ongeveer tien keer minder zonne-energie dan ’s zomers. Bovendien zijn er fabrieken en fossiele brandstoffen nodig om zonnepanelen en windturbines te bouwen.
Menselijke spierkracht is een energiebron die deze nadelen niet heeft. In tegenstelling tot wind- en zonne-energie, en net zoals fossiele brandstoffen, is menselijke spierkracht op afroep beschikbaar. Ze is niet afhankelijk van de seizoenen en het weer: de mens is een hernieuwbare energiebron met ingebouwde energie-opslag. Bovendien moet een mens, in tegenstelling tot een zonnepaneel of een windturbine, niet eerst in een fabriek worden gemaakt.
Ook tegenover fossiele brandstoffen heeft menselijke spierkracht belangrijke voordelen: ze is niet ontvlambaar, produceert geen luchtvervuiling, en is oneindig beschikbaar, tenminste zolang er mensen zijn. Het is ook de enige energiebron die toeneemt naarmate er meer mensen zijn, terwijl andere energiebronnen over een steeds groeiende wereldbevolking moeten worden verdeeld.
Hoeveel energie kan een mensenlichaam produceren?
Hoeveel energie kan een mens produceren? De wetenschappelijk literatuur hanteert meestal een vermogen van 75 tot 100 watt, wat een “gemiddelde, gezonde” mens voor “onbepaalde” tijd kan volhouden. Dat vermogen komt overeen met de opbrengst van een zonnepaneel van 1 m2 op een zonnige zomerdag in België of Nederland, of met 10 m2 zonnepanelen op een donkere winterdag.
Het potentieel van menselijke spierkracht wordt bepaald door drie factoren: de mens zelf, de duur van de inspanning, en de mechanische hulpmiddelen die worden gebruikt om menselijke spierkracht om te zetten in arbeid – menselijke energieproductie is vrijwel altijd een symbiose tussen mens en machine. Onze benen zijn ongeveer vier keer sterker dan onze armen, zodat een mens op een stationaire fietsmachine meer energie kan opleveren (75 tot 100 watt) dan met een handslinger (10 tot 30 watt).
Tijdens kortere krachtinspanningen kan het door de mens opgewekte vermogen verdubbelen of verdrievoudigen: tot 500 watt op een fiets en tot 150 watt met een handslinger over een periode van 1 minuut. Leeftijd, geslacht en vooral conditie spelen echter ook een belangrijke rol. Atleten kunnen hogere vermogens leveren gedurende een langere tijd – tot meer dan 2.000 watt gedurende drie seconden, of 400 watt gedurende een uur.
Hoewel deze gegevens een idee geven van wat een mens aan energie kan produceren, blijven er veel vragen. Aangezien spierkracht geen rol meer speelt in het dagelijkse leven, heeft de wetenschap er ook weinig aandacht voor. Er is een enorme kennis rond lichamelijke gezondheid, maar de waarden en de aandacht zijn verschoven naar esthetiek en gezondheid.
Alleen in de sport wordt nog onderzoek gedaan maar de optimalisatie van het lichaam voor topprestaties. De komende maanden gaan we daarom samenwerken met de Olympus sportschool en het UMC Sportgeneeskunde op de campus, en zoeken we het antwoord op de vraag hoe de mens het best als energieproducent kan worden ingezet.
We willen ook weten hoeveel energie we zelf kunnen produceren. Daarom hebben we ons ingeschreven in een fitness-centrum, waar we een trainingsprogramma volgen dat gericht is op energieproductie. Dat heeft al een aantal belangrijke inzichten opgeleverd, zoals het belang van individuele verschillen.
Melle, de krachtpatser in ons team, kan op bijna elk toestel een hoger gewicht in beweging krijgen. Maar Kris blijkt een beter uithoudingsvermogen te hebben, en wint van Melle als de rugspieren of de triceps worden geoefend. Volgens Franklin van Doesburg, expert in bewegingsanalyse, is Kris een “rugmens” en Melle een “buikmens”. Hij hamert erop dat mensen verschillend zijn en bijgevolg moet een optimale energieproductie ook rekening houden met die verschillen – er is geen pasklare oplossing.
Hoe motiveren we mensen om energieproducent te worden?
Zoals vermeld is het grote voordeel van menselijke spierkracht dat ze in principe altijd beschikbaar is. Maar in tegenstelling tot een windmolen, een zonnepaneel of een vat olie moet een menselijke energiebron wel gemotiveerd worden om energie te produceren. Gaat iedereen uit eigen beweging elektriciteit opwekken voor eigen gebruik? Gaan we anderen betalen om dat te doen? Of gaan we anderen dwingen om elektriciteit te produceren?
Met een financiële beloning redden we het in elk geval niet, want gerekend aan de huidige stroomprijs in Nederland zou een student slechts 0,015 euro per uur verdienen. Dus tenzij het milieubewustzijn spectaculair zou toenemen, zet het gebruik van spierkracht de deur open naar een nieuwe vorm van slavernij. Valt die goed te praten in naam van een beter milieu? Kunnen we vluchtelingen inzetten om elektriciteit te produceren? Het zijn pertinente vragen, want de geschiedenis van menselijke spierkracht als energiebron is ook de geschiedenis van de slavernij. Vandaag importeren we olie, vroeger importeerden we slaven.
Gelukkig is er een derde mogelijkheid. We kunnen mensen proberen motiveren door het opwekken van energie leuk en opwindend te maken. Bij de weinige machines voor menselijke energieproductie die nu commercieel verkrijgbaar zijn, ligt de nadruk vrijwel volledig op energie-efficiëntie. Er is geen aandacht voor motivatie. Een fietsmachine is erg efficiënt voor de productie van menselijke energie, maar in het fitnesscentrum bleek al gauw hoe ontzettend saai stationair fietsen wel niet is.
Handslingers zijn dan weer zo compact mogelijk gemaakt, wat ze alleen maar geschikt maakt voor noodgevallen. Het gebruik ervan is niet leuk genoeg om er een dagelijkse praktijk van te maken. We gaan daarom op zoek naar manieren om menselijke energieproductie zodanig te organiseren dat studenten in de rij staan om energie te leveren. Dat doen we in samenwerking met Go Ape, een initiatief van Pim Rooymans dat menselijke energie onder de aandacht brengt met originele installaties.
Kan de moderne maatschappij draaien op menselijke spierkracht?
Kunnen we met alleen maar spierkracht een moderne levensstijl volhouden? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord negatief te zijn, gezien het enorme energieverbruik in geïndustrialiseerde landen. Maar bij nader inzien is het antwoord een stuk genuanceerder. Nogal wat hoogtechnologische apparaten kunnen prima worden aangedreven met spierkracht. Een uur fietsen is genoeg om vier uur op een laptop te kunnen werken, of om acht uur lang een LED-bureaulamp op te lichten.
Zelfs een flatscreen televisie kan met spierkracht worden aangedreven; een uur trappen komt ongeveer overeen met een uur televisie kijken. Een “domme” mobiele telefoon laad je op een paar minuten op met een handslinger. Interessant is dat, naarmate digitale technologie steeds energie-efficiënter wordt, het ook steeds realistischer wordt om ze met menselijke energie te doen werken.
Andere toestellen zijn veel moeilijker te verzoenen met spierkracht. Dat geldt in de eerste plaats voor alle apparaten die hitte opwekken: broodroosters, kookfornuizen, waterkokers. Warmte opwekken door middel van elektriciteit is bijzonder inefficiënt, zodat deze toestellen al gauw 1.000 watt en meer verbruiken. Een sneetje brood roosteren met spierkracht is alleen maar weggelegd voor atleten.
Slaan we de elektriciteit op in een batterij, dan kan iedereen het. Maar het kost dan wel grofweg een half uur fietsen alvorens de toast klaar is. Je kan daaruit besluiten dat menselijke spierkracht tekort schiet als energiebron, maar je kan je evengoed afvragen of het probleem niet bij de moderne technologie ligt. Waarom thermische energie omzetten in elektrische energie en dan opnieuw in thermische energie als je ook gewoon een sneetje brood boven een vuur kan roosteren?
Neem bijvoorbeeld ook de Trophy van ontwerper Pierre-Clement Niviere, een opstelling die bestaat uit een 3D-printer en een energiefiets om die machine aan te drijven. De ontwerper slaagt erin om een 3D-figuurtje te printen met de energie die hij zelf opwekt, maar het kost hem wel veel zweet. Is menselijke spierkracht dan ondoeltreffend om een moderne samenleving te doen functioneren? Of is er misschien iets mis met het concept van de 3D-printers? Want de ontwerper zou natuurlijk ook gewoon hetzelfde figuurtje in klei of een ander materiaal kunnen boetseren, en dat kost helemaal geen elektriciteit.
Leren uit de geschiedenis
We kunnen veel leren uit de geschiedenis. Menselijke spierkracht werd doorheen de geschiedenis nooit ingezet voor het leveren van thermische energie, dus waarom zouden we dat nu wel doen? Bovendien werd menselijke energie niet omgezet in elektriciteit, maar rechtstreeks gebruikt als mechanische energie. Ook vandaag zouden heel veel machines efficiënter door spierkracht kunnen worden aangedreven met een directe mechanische aandrijving.
Je kan elektriciteit opwekken om daarmee een elektrische boormachine of wasmachine aan te drijven, maar je kan ook gewoon een mechanische handboor of wasmachine gebruiken, wat veel energie-efficiënter is. Bij het omzetten van kinetische energie naar elektriciteit (door middel van een generator) en van elektriciteit naar kinetische energie (door middel van een motor) gaat al gauw een kwart van de geleverde energie verloren.
Tot slot kan het zelf opwekken van energie er ook voor zorgen dat mensen zich bewuster worden van hun energieverbruik en vervolgens minder energie gaan verbruiken. Een gedragsaanpassing is hoedanook een vereiste om spierkracht opnieuw een kans te geven. Als we het grotendeels leegstaande, 20 verdiepingen tellende Van Unnikgebouw op de campus in Utrecht zouden ombouwen tot een energiecentrale, met op elk van de twintig verdiepingen honderd stationaire fietsers, dan levert dat een vermogen op van 150 kilowatt.
Dat is nog geen 2% van het elektrische vermogen dat de campus nodig heeft, wat betekent dat we 50 van deze energiecentrales moeten bouwen, met in totaal 100.000 mensen. Bovendien kan niemand 24 uur per dag energie produceren, dus hebben we drie keer zoveel mensen nodig, die elk 8 uur per dag energie leveren in drie ploegen.
Er zullen dus radicale keuzes moeten worden gemaakt over welke machines wel en welke machines geen bestaansrecht meer hebben. In overleg met studenten en professoren willen we daarom uitzoeken hoe een campus op spierkracht er uit zou kunnen zien. Dat het kan, weten we zeker: ook voor de Industriële Revolutie waren er universiteiten.
Bovendien is het gebruik van hernieuwbare energiebronnen net zo onrealistisch als het gebruik van spierkracht. Bij het begin van het project hebben we uitgerekend hoeveel ruimte er nodig zou zijn als de campus alleen maar op hernieuwbare energiebronnen zou draaien, zoals biomassa en zonnepanelen. Daaruit bleek dat de campus zodanig zou moeten uitbreiden dat de hele stad Utrecht en omgeving zou worden opgeslokt:
Duurzame Campus. Kan dat? from Zero Footprint Campus on Vimeo.
The Human Power Plant is te volgen via de website en Facebook-pagina. Zero Footprint Campus is een project van het door Melle Smets en Cynthia Hathaway opgerichte Department of Search, waarin kunstenaars en wetenschappers samenwerken aan urgente vraagstukken. De gezamenlijke zoektocht leidt tot een eindpresentatie op het Science Park in de zomer van 2017.
UPDATES MEI 2017:
Dit flatgebouw van 22 verdiepingen draait helemaal op menskracht Het is jouw energie: de spierkrachtcentrale www.humanpowerplant.be
Reacties
Als je op dit artikel wil reageren, stuur dan een mailtje naar solar (at) lowtechmagazine (dot) com. Je gegevens worden niet voor andere doeleinden gebruikt. Blijf je liever anoniem, sluit dan je bericht af met een pseudoniem.
Reacties
h.h. spoorenberg
Mateloos fascinerend. Heb je ook gekeken naar de eventuele extra boterhammen met kaas die hiervoor nodig zijn?
Geplaatst door: h.h. spoorenberg | 04 december 2016 om 09:21
JC
Zowat 50% van de energie wordt geconsumeerd door transport en industriële productie. Landbouw nog eens 20%. Huishoudens en kantoren zijn 20%, waarvan veruit het meeste voor verwarming.
Als je begint met energie te reduceren, is het eerste wat je doet industriële productie en bijhorend transport reduceren. Industrie ontleent zijn bestaansreden gewoon door een overschot aan energie tenslotte.
Mijn vermoeden is dat je zonder energie voor fabrieken voor een hoop zaken gaat terugvallen op lokaal atelier werk.
Fabienne
Vooral de wasmachine vind ik (althans voor wat het “wassen” en “spoelen” betreft) perfect te vervangen door “met de hand” wassen; het resultaat is naar mijn ervaring beter, met minder wasmiddel en water, met “spierkracht” en een handborstel (hard of zacht naargelang de textielsoort). Bij ons wordt er “geweekt” in bad of douchewater, ingewreven met een blok zeep, en geborsteld. En een vaatwas hebben we ooit gehad, na defect nooit meer vervangen.
We hebben de luxe van een ouderwetse zéér grote ondiepe gootsteen, waar zowel een teil zeepsop als een teil heet spoelwater naast elkaar in passen. De piepkleine spoelbakken waarmee keukens tegenwoordig uitgerust zijn, dwingen de mensen tot het gebruik van een vaatwasser, zelfs voor iets wat gewoon onder de kraan of met een doek kan proper gemaakt worden.
Allemaal gewoon kwestie van nadenken en gewoontes veranderen.
Jan Bekaert
Jammer dat er in op zich een goed artikel zo veel onzin kan verteld worden.
Ik ga het niet allemaal opnoemen je moet zelf maar een kritisch dit artikel lezen.
een voorbeeld: waarom zou je een zonnepaneel met fossiele energie moeten maken? Er wordt hier wel van uitgegaan om het artikel kracht bij te zetten. He weer menselijke energie ;-)
kris de decker
@ Koen Liekens
Het huidige, Nederlandse dieet is zo energie-intensief dat het opwekken van energie door spierkracht inderdaad niet duurzaam kan zijn. Maar dat is natuurlijk geen reden om spierkracht als energiebron af te schrijven. Integendeel, het is een reden om ons dieet minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen. Want ook als we lui in de zetel hangen, helpt dat dieet de wereld om zeep.
Bovendien eten we meer dan we nodig hebben, wat zich manifesteert in steeds meer mensen met overgewicht. Dat deel van de bevolking zou geen extra voedsel nodig hebben voor het produceren van energie.
@ Benjamin
Dank voor de tip, die aflevering ga ik bekijken.
Benjamin
Deed me denken aan deze aflevering van Black Mirror
https://en.m.wikipedia.org/wiki/Fifteen_Million_Merits
-Zalige reeks
Koen Liekens
@Kris (9): Voor de duidelijkheid: ik ben het helemaal met je eens. En het is fijn dat het project, zoals je in een eerdere reactie aangeeft, het effect van de duurzaamheid van het dieet meeneemt. Het bleek niet uit het hoofdartikel (no offence) maar leek me een niet-verwaarloosbaar element in het geheel.
roland
@Koen Liekens,
Buiten de sportschool kun je met lopen en fietsen op eigen spierkracht vooruit komen en de energie daarvoor is in www.withouthotair.com berekend. Ongeveer de helft van de Nederlandse verplaatsingen worden lopend of fietsend op spierkracht afgelegd, niet verwaarloosbaar dus. Met een betere ruimtelijke inrichting en verkeerstructuur kan dit aandeel verder toenemen.
@: “.. hoeveel ruimte er nodig is als de campus op hernieuwbare energiebronnen zou draaien, zoals biomassa en zonnepanelen… de hele stad Utrecht en omgeving”
Fetze Tigchelaar
Ik weet hoe met spierkracht de aller hoogste C.O.P. te behalen is; HOUT KLOVEN.
Met m’n FISKAR kloofbijl en een oude autoband op het hakblok bevestigd is het kloven van brandhout een genot om te doen. Met elke, goed gerichte klap sla ik 2000-3000 Wh los! Een enkele keer mag ik twee of drie klappen uitdelen, hoera! Avonds voel ik al mijn buikspieren en bovendien leer ik de houtsoorten tot in de vezels kennen. Trainingen, sportscholen? Onzin, liever houtkloven!
Wanneer het hout is gedroogd (met de handen over elkaar) wordt elk blokje 4000-5000Wh! Geen enkele sport/spierkracht oefening geeft zoveel energie terug, nu in de donkere dagen de kachel er op brand.
Fetze
Reinoud Boland
Prachtig project! Deed me aan dit https://www.youtube.com/watch?v=go2XubvCqDo&index=16&list=FLhwl_NQVu6aumIqqS8shGJA filmpje denken. Voor het verplaatsen van ons eigen huisje hebben we uiteindelijk gekozen voor de hulp van 4 ‘dommekrachten’en 3 steekwagentjes https://www.youtube.com/watch?v=qZX9AMw4Sbc succes met het vervolg. groeten Reinoud
Koen Vandewalle
Over koelkasten en circulatiepompen… en hun onvoorstelbare huishoudelijke energieverkwisting.
Uit dit artikel kunnen we wel besluiten dat we gewoon veel, veel te veel energie verbruiken.
Sedert twee jaar houden wij ook wekelijks alle meterstanden bij. Recent ben ik aan een analyse begonnen om te zien hoeveel wassen, koken, koelen, verlichting,… apart aan energie verbruiken. Dit is heel leerrijk en tegelijk onthutsend !
Om een idee te geven:
Gasverbruik: 60 à 90 m³ per week.
Elektriciteit 88 à 105 kWh per week.
Voor het eerste is vooral de buitentemperatuur belangrijk, en of we de veranda mee verwarmen of niet.
Voor het tweede hangt het er van af of we veel wasmachines (en afhankelijk van het weer de droogkast) laten draaien.
Zelf pannenkoeken of taarten bakken hebben we omwille van het stroomverbruik al afgeleerd !!
Door onze kapotte vaatwasser moeten we nu al een maand met de hand afwassen, dus met water van de gasgestookte boiler. Ik verwachtte dus een merkbare verschuiving in het elektriciteits- en gasverbruik.
Nu blijkt dat er zelfs geen meetbaar verschil is in zowel gas- als elektriciteitsverbruik op weekbasis bij het al dan niet gebruik van de vaatwas.
Dit was genoeg om de nieuwsgierigheid te wekken en mijn power-analyzer aan het werk te zetten.
De latente verkwisters werden gevonden:
Met stip op 1: de circulatiepomp van de o-zo-energiezuinige condensatie gasketel. Deze verbruikt de klok rond, 7/7 80 Watt, en is daarmee goed voor een kleine 20% van ons gehele elektriciteitsverbruik, omdat tijdens de werking van de brander, het totale vermogen omhoog gaat tot 120 Watt. Daar het een modulerende ketel is, blijft die 120 Watt ook gedurende vele uren geldig als het wat kouder is buiten.
Die ketel springt dus wel uiterst zuinig om met gas, maar is veel veel minder zuinig met elektriciteit !
Verder geef ik een technische suggestie hoe dit veel veel zuiniger zou kunnen.
Op 2: De ingebouwde frigo-diepvriezer in de ingerichte keuken. Doordat de koelkast ingebouwd zit in de keukenkasten, en de keuken bovendien goed verwarmd is moet de koelkast uren en uren draaien om de warmte weggeduwd te krijgen.
De condenser, die de warmte moet afgeven was eigenlijk opgesloten in een slecht geventileerde holle ruimte achter de kasten. De lucht in ruimte was ongeveer 27 à 28 graden warm, en de muur achter de koelkast tekende 25 graden.
Een complex verhaal van straling en convectie. We onthouden dat een slecht ingebouwde koelkast zeer veel moeite moet doen om de warmte weg te krijgen, en daarbij heel veel -vooral heel lang- stroom verbruikt.
De oplossing was simpel: het toestel verplaatsen naar de onverwarmde bergruimte en de condensor (achterkant van het toestel) zijn warmte in de ruimte laten stralen en niet tegen de muur.
Dus veeleer dan het A, A+, A++, A+++ label van die toestellen, zal de manier waarop ze ingebouwd zijn van belang zijn voor het stroomverbruik.
Volgens het etiket van de fabrikant zou onze koelkast 270 kWh per jaar verbruiken. Mijn metingen leerden dat we met onze koelkast dik boven de 450 kWh per jaar uitkwamen toen ze in de keuken ingebouwd zat.
Door het toestel vrij te plaatsen, met de condensor van de muur weg in een koude ruimte, zullen we minder dan 200 kWh verbruiken. In de koelkast zelf was het vroeger aan de bovenkant nooit minder dan 8°. Sedert ze koud staat is het maximaal 4 graden. Dus een betere bewaring van alles er gratis bovenop.
Terug naar de CV-installatie en de allesverkwistende circulatiepomp.
Zelfs in de “spaarvarkentjesmodus” blijft die verdomde pomp constant draaien. Alleen wordt de brander pas actief als de kamertemperatuur effectief onder een bepaalde grenswaarde komt. De pomp blijft met andere woorden “koud” water rondpompen als spaarmodus. Veel gekker moet het niet worden.
het probleem kan als volgt opgelost worden door fabrikanten:
Voor het permanent rondpompen van het water kunnen er pompjes gebouwd worden die niet met waaierpompjes werken maar meer volumetrisch in combinatie met permanent-magneetmotoren, waarbij je amper 5 à 10 Watt nodig hebt voor hetgene er nu met 100 Watt gebeurt.
Thermostatische kranen maken het probleem nu vaak erger, terwijl ze op dat moment ook tot een verminderd verbruik van de circulatiepomp zouden leiden.
Voor de koelkasten heb ik ook een technisch voorstel: analoog met de gesplitste airco-groepen, zou men de warmte -afgiftegroep buiten of in de kelder of in een koele ruimte kunnen hangen, en die met leidingen verbinden met de koelkast in de keuken.
H. Honnest
De meeste beweging geeft vanuit onze evolutionaire oorsprong steeds een bepaalde mate van voldoening achteraf. Die ‘beloning’ bestaat onder meer uit het voldane gevoel na het eten van het door beweging bijeengegaarde voedsel en het genieten van de behaaglijke warmte van een vuurtje van door beweging bijeengesprokkeld hout, onder een door beweging opgebouwd onderdak. Waarbij we het aangename gevoel van de naar aanleiding van beweging aangemaakte endorfines in de hersenen, niet mogen onderschatten.
In zo’n ‘oer’situatie is er in het algemeen ook een behoorlijk evenwicht tussen de geïnvesteerde en de vergaarde energie. Overgewicht is dan bijvoorbeeld niet gauw aan de orde.
Sinds we machines het grootste deel van het fysieke werk over hebben laten nemen, moeten we ons steeds bezig houden met de vraag wat ons lichamelijk nog in beweging kan brengen. Door onvoldoende bewegen in combinatie met overeten creëren we namelijk een belangrijke voedingsbodem voor een keur aan fysieke (o.a. hart- en vaatziekten, overgewicht en diabetes) en geestelijke (o.a. depressies) welvaartsziekten.
We zitten (helaas?) ook evolutionair zo in elkaar dat we geneigd zijn onze fysieke energie ‘economisch’ in te zetten. Is er geen ‘winst’ te boeken, dan voelt bewegen al gauw als zinloos en blijven we stil zitten. Waarom zouden we ook onze energie weggooien als er niets direct belonends voor in de plaats komt?
Goed voor de gezondheid? Dat is vooral iets wat we op de langere termijn gaan merken en is voor de meesten dan ook onvoldoende stimulans.
Plezier kan inderdaad ook een belangrijke bron van motivatie vormen voor bewegen. Zie hier het succes van onder meer sport en dans. Alleen zijn deze net wat minder met onze primaire fysieke basisbehoeften verbonden dan het vergaren van voedsel en een veilig onderdak. Het moet dus wél steeds leuk en dus afwisselend en uitdagend blijven.
Laten we het sociale aspect ook niet vergeten. Voor de meesten is het vele malen plezieriger om samen te bewegen dan alleen. Daarom gaan de meesten ook steeds ergens naar toe om te sporten of te dansen.
Op grond van bovenstaande wil ik voorzichtig de volgende conclusie trekken. Hoe meer een ‘human powered machine’ bijdraagt aan vervulling van lekker voedsel, aangename warmte, comfortabel onderdak, plezier en prettig sociaal contact, hoe groter de kans dat deze veelvuldig gebruikt gaat worden.
Mooie uitdaging om zulke ‘machines’ te ontwerpen. Veel succes dus met het project is Utrecht. Ben enorm benieuwd naar de resultaten!
Ferry Wissink
Wat ik wel opmerkelijk vind is dat er in het stukje gesproken wordt over hoe er fossiele energie nodig is om zonnepanelen en windmolens te maken, waarna er moeiteloos wordt overgeschakeld op hoe je met spierkracht een bureaulamp of laptop kan aandrijven.
Kost het fabriceren van die apparaten dan geen fossiele brandstoffen?
Wil je werkelijk leven op menselijke spierkracht alleen, dan moet je wel zo ongeveer terug naar het begin van de neolithische revolutie, of zelfs het stenen tijdperk.
h.honnest
@Ferry Wissink
Goeie opmerking over de energie benodigd voor het fabriceren van apparaten die menselijke spierkracht om moeten zetten. Vooral waar het gaat om opwekken van elektriciteit. Ben benieuwd in welke range de EROI waarden daarvan zullen zijn. Of valt de productie van een eenvoudige dynamo nog wel enigszins mee?
Ik denk overigens dat de factor spierkracht pas echt fors begon te dalen met de intrede van door kolenverbranding aangedreven stoommachines. Voordien werd er natuurlijk wel al geruime tijd water, wind en dierlijke spierkracht ingezet, maar was de menselijke spierenergie nog steeds hofleverancier.
Dit alles uiteraard naast het gebruik van hout als brandstof, dat ongeveer zo oud is als de mensheid.
Chris Crombez
Met spierkracht zullen we maar moeilijk energie opwekken, maar wel veel energie besparen. Denk maar aan landbouw : er is nogal wat potentieel om landbouwgrond ( = grond bewerken met fossiele energie) om te zetten in volkstuinen ( = grond bewerken met spierkracht). Grond bewerken met spierkracht is véél efficënter. Er is minder energie-verlies omdat die loodzware landbouwwerktuigen diep wegzakken in de grond. Het is beter voor de bodemstructuur ook.
mathias
Ik vind het een heel goed plan om dit te onderzoeken: te experimenteren, registreren,…
Ik probeer een beetje hetzelfde te doen maar dan met ons huishoudelijk verbruik.
Ik tracht het energieverbruik (gas, elek, water) zo laag mogelijk te krijgen door mijn idee(tjes) uit te proberen en het verbruik op te volgen/registreren(op energieid.be). De voldoening ligt vooral in het vinden van kleine/goedkope oplossingen met groot potentieel.
En het plezante is: je werkt een ideetje uit en automatisch komen er 2 of 3 nieuwe in de plaats.
Veel success!