Geen stromend water in huis
Voor mensen in industriële samenlevingen zijn er maar weinig activiteiten die meer privacy vragen dan het wassen en verzorgen van het lichaam. We doen het meestal alleen, in onze private badkamer, met de deur op slot. Historisch gezien is dat ongebruikelijk. Baden in het bijzijn van anderen was eerder regel dan uitzondering. Tot in de eerste helft van de twintigste eeuw hadden veel huishoudens, zelfs in de meest geavanceerde industriële samenlevingen, geen stromend water, laat staan een eigen badkamer. 1
Een badkamer heeft niet alleen een watervoorziening nodig, maar ook een rioolafvoer en een energiebron om het water te verwarmen. Natuurlijk is het mogelijk om thuis een warm bad te nemen zonder deze infrastructuur. Al sinds de Oudheid bouwden de rijken privébaden in hun huizen. Meestal konden ze dat doen omdat minder welgestelde mensen - ofwel bedienden of slaven - hun badkuipen vulden en weer leeg maakten met emmers en brandhout verzamelden om het water te verwarmen.
Voor de meeste mensen was het echter praktischer om hun lichaam naar het water te brengen dan andersom. Voor sommigen betekende dat baden in rivieren, meren en warmwaterbronnen. Voor anderen, vooral in stedelijke omgevingen, betekende dit een bezoek aan het openbare badhuis.
Is baden slecht voor de planeet?
Moderne badgewoontes zijn een schoolvoorbeeld van een onduurzame levensstijl gebaseerd op fossiele brandstoffen. Warm water is de op één na grootste energievreter in veel huishoudens (na ruimteverwarming en/of -koeling), en een groot deel daarvan wordt gebruikt voor baden of douchen. 2 De moderne badkamer gebruikt ook veel water en voegt extra energieverbruik toe door ruimteverwarming en afvalwaterzuivering. Het bouwen en renoveren van badkamers kost ook grondstoffen.
Milieuactivisten volgen twee strategieën om deze problemen aan te pakken. De eerste strategie concentreert zich op technologische oplossingen, zoals douchekoppen met een laag waterverbruik, zonneboilers, en warmteterugwinningssystemen voor afvalwater. De tweede strategie richt zich op gedrags- of sociale veranderingen door de moderne normen voor properheid en comfort in vraag te stellen: korter en minder vaak baden of douchen, koude douches nemen of een kattenwasje doen bij de wasbak. 23
Het is onwaarschijnlijk dat deze strategieën veel resultaat zullen opleveren. Veel technologische oplossingen zijn moeilijk of onmogelijk te installeren in bestaande gebouwen, vooral in steden. Naarmate het aantal verdiepingen toeneemt, heeft een flatgebouw bijvoorbeeld al snel onvoldoende dakruimte om zonnecollectoren voor alle bewoners te installeren. Aan de andere kant zal het promoten van ongemak als opoffering voor duurzaamheid waarschijnlijk geen grote delen van de bevolking aanspreken. 34
Gemeenschappelijk baden maakt het makkelijker om hygiëne los te koppelen van fossiele brandstoffen.
Gemeenschappelijk baden zou een derde strategie kunnen zijn, maar wordt zelden genoemd. Dat is opmerkelijk, want op vlak van duurzaamheid is het moeilijk te overtreffen. De bouw en het gebruik van een badhuis voor 1000 mensen kost veel minder energie dan de bouw en het gebruik van 1000 individuele badkamers. Een openbaar badhuis is ook efficiënter wat betreft grondstoffen, geld en ruimte. 5
Net zo belangrijk is dat gemeenschappelijk baden de toepassing van bovengenoemde duurzame technologieën haalbaarder maakt. Dat vermindert het energieverbruik nog verder en maakt het mogelijk om baden los te koppelen van fossiele brandstoffen. Tot slot kan een openbaar badhuis duurzaamheid bevorderen zonder comfort in te leveren. Integendeel, een badhuis voor een gemeenschap bouwen is zoveel efficiënter dat er ruimte ontstaat voor gedeelde luxe en zelfs extravagantie. Dat is wellicht makkelijker te verkopen dan het nemen van een koude douche.
Baden in rivieren, meren en warmwaterbronnen
De natuur heeft mensen ruim voorzien van badfaciliteiten: beken, rivieren, poelen, meren, watervallen en regenbuien. De mensheid bracht veel tijd door in tropisch Afrika, waar baden geen kunstmatig verwarmd water nodig had voor comfort. Toen we naar koudere klimaten verhuisden, bood de natuur ons een andere oplossing: warmwaterbronnen. Er bestaan vele tienduizenden warmwaterbronnen over de hele planeet - slechts een paar hedendaagse landen hebben ze helemaal niet (waaronder, helaas, België en Nederland). 67
Baden in warmwaterbronnen was gebruikelijk in oude beschavingen over de hele wereld. Het is echter een gebruik dat nog verder teruggaat in de tijd. Archeologisch bewijs toont overvloedig aan dat veel prehistorische nederzettingen zich vestigden in de buurt van warmwaterbronnen. 68 Het is onmogelijk om staalhard te bewijzen dat mensen die bronnen gebruikten om te baden, maar waarom zouden ze dat niet gedaan hebben, vooral in koude gebieden? 9
Genieten van een warm bad is een gewoonte die dateert uit de prehistorie.
De huidige badcultuur is gebaseerd op fossiele brandstoffen, maar als we naar de historische context kijken, is genieten van een warm bad niet noodzakelijk een onduurzaam idee. In het geval van warmwaterbronnen is de volledige infrastructuur - watertoevoer, afvoer en warmtebron - al aanwezig.
Onze voorouders vonden ook het stoom- of zweetbad uit. Dat maakte het mogelijk om in alle seizoenen en klimaten in koud water te kunnen baden. In plaats van water te verwarmen, verwarmt het stoombad mensen zodat ze comfortabel kunnen baden in koud water. De vroegste stoomhutten uit de prehistorie waren niet veel meer dan kleine blokhutten of tentachtige constructies bedekt met wollen dekens of huiden. 10111213
De geboorte van het badhuis
Kunstmatige badfaciliteiten van baksteen of natuursteen verschenen ongeveer 4.000 jaar geleden. 14 Het kon gaan om een openluchtbad, een badhuis of een privébadkamer. Veel badhuizen en baden werden bovenop natuurlijke warmwaterbronnen gebouwd, waardoor de natuurlijke omgeving werd aangepast om ze makkelijker, veiliger en aantrekkelijker te maken. 68 Mensen begonnen ook water om te leiden naar stedelijke badfaciliteiten met behulp van kanalen, pijpleidingen en aquaducten. Ze begonnen ook baden te bouwen die kunstmatig verwarmd water gebruikten.
De oude Romeinen worden het meest geassocieerd met het openbare badhuis, hoewel ze veel inspiratie haalden bij de oude Grieken. Griekse badhuizen bestonden uit kamers met individuele heupbaden tegen de muren. Rechtop zittend gooiden de baders heet water over zich heen of lieten dit doen door een ondergeschikte. Romeinse baders daarentegen deelden het water in grote badkuipen of baden. Beide gebruikten ook stoombaden. 15161718
Op het hoogtepunt van het keizerrijk waren er alleen al in de stad Rome ongeveer 1.000 openbare badhuizen voor een bevolking van ongeveer 1 miljoen mensen - één badhuis per 1.000 mensen. 819 De meest prominente badhuizen waren de “thermae”, waar tot een paar duizend mensen tegelijk konden baden. Deze faciliteiten, die alleen in de grootste steden voorkwamen, waren rijkelijk versierd met mozaïeken, marmeren vloeren en baden, granieten zuilen en standbeelden. De meeste Romeinse badhuizen waren echter kleinere buurtbaden die “balnea” werden genoemd. 15
Het pre-industriële badhuis
De geschiedenis van het openbare badhuis gaat verder na de ondergang van het Romeinse Rijk. In het Oosten evolueerde het Romeinse badhuis tot de hammam, die de baden achterwege liet en zich meer concentreerde op zweten als reinigingsmethode. 2021 Na een zweetbad gooiden mensen water over zichzelf heen. De hammams, die deden denken aan de kleine Romeinse balnea, verspreidden zich in grote aantallen in alle steden van de islamitische wereld. De Islam vereist het wassen van het lichaam voor het bidden. 22
In West-Europa raakten veel Romeinse baden in verval. Het openbare badhuis kwam echter weer helemaal terug tijdens de late Middeleeuwen, toen een nieuwe periode van verstedelijking aanbrak. 232425 In de 13e, 14e en 15e eeuw hadden veel Europese steden een openbaar badhuis per 2.000 tot 5.000 inwoners. 26 Veel waren stoombaden geïnspireerd op de hammam. Een tweede type badhuis bood houten badkuipen voor een kleine groep mensen. Het middeleeuwse badhuis stond bekend als een “stoof”, wat verwijst naar de oven die het water voor de badkuipen verwarmde of de ruimte vulde met stoom. 2325
Noord-Europa en Rusland - nooit veroverd door Romeinse of islamitische rijken - hielden vast aan zweet- en hete luchtbaden. In de Middeleeuwen bestonden er bijvoorbeeld openbare “banyas” in steden in het Grootvorstendom Moskou. 12 Azië ontwikkelde ook onafhankelijke badculturen. In het laatmiddeleeuwse Japan deelden mensen om economische redenen privébaden met familie, buren en vrienden. Voor deze “coöperatieve baden” van meestal vier tot tien personen bracht elke badgast een portie brandhout mee om het water te verwarmen. Die praktijk evolueerde naar grotere openbare baden - “sento” - die vanaf de vijftiende eeuw een snelle groei doormaakten.2728
Baden voor het plezier
Milieuactivisten die ijveren voor korter of minder vaak douchen beschouwen baden impliciet als een strikt utilitaire praktijk. Maar tijdens het grootste deel van de geschiedenis gingen mensen niet alleen in bad omwille van hygiënische redenen. Ze bezochten het badhuis ook om te ontspannen, plezier te maken en te socialiseren. In plaats van een snelle aangelegenheid duurde het baden - ongeacht de vorm - vaak uren. 1528
De oude Grieken zaten samen in individuele badkuipen en voerden gesprekken, waarvoor de akoestiek van de ruimte optimaal geschikt was. 29 In het oude Rome waren openbare baden plaatsen waar mensen bijna dagelijks naartoe gingen om gezien te worden, vrienden te ontmoeten, te ontspannen, te roddelen, te dineren of te sporten en te studeren. De baders maakten gebruik van schoonheidsbehandelingen - ze lieten zich masseren, scheren, kappen en ontharen. Ze vierden feesten en verjaardagen en huldigden buitenlandse gasten. 1517192530
In plaats van een snelle aangelegenheid duurde het baden - ongeacht de vorm - vaak uren.
Het middeleeuwse Europese badhuis zette deze tradities voort, met minder pracht en praal, maar niet noodzakelijk met minder enthousiasme. Met name middeleeuwse badhuizen met houten badkuipen waren vaak een plek van vermaak waar ook eten, drinken, muziek en verschillende soorten lichamelijke verzorging werden aangeboden. 23 In Japan werden openbare baden in de 16e eeuw plaatsen om samen te komen en te socialiseren, met grote groepen mensen die aten, dronken en zongen. 2728 Het baden in rivieren, dat tot in de 20e eeuw rond de steden en op het platteland werd voortgezet, was ook deels vermaak waarbij zwemmen een potentieel onderdeel was. 31
Tegelijkertijd werd baden als essentieel beschouwd om ziekten te voorkomen en te genezen, volgens de Hippocratische ideeën dat mensen de balans van lichaamsvloeistoffen konden behouden of herstellen door het lichaam bloot te stellen aan koude, warme, vochtige of droge omstandigheden. De inrichting van pre-industriële baden weerspiegelde deze ideeën, met baden en ruimtes van verschillende temperaturen. 1521
Gemeenschappelijke luxe
Hoewel deze elementen van plezier, sociale interactie en gezondheid vandaag de dag nog steeds aanwezig zijn in minerale spa’s, is er een cruciaal verschil met vroegere badpraktijken. De huidige spa is veel te duur om een private badkamer te vervangen. Het historische openbare badhuis was daarentegen een egalitaire instelling.
Romeinse openbare baden hadden geen of lage inkomgelden en waren voor iedereen toegankelijk. Er waren geen zones die gereserveerd waren voor hooggeplaatste burgers. In combinatie met de prachtige architectuur en weelderige decoratie van de baden, zorgde dit ervoor dat zelfs de armste mensen van luxe konden proeven. 151719 Deze gewoonten werden voortgezet in de Europese Middeleeuwen en werden gedeeld door badculturen over de hele wereld. 23 In Japan bijvoorbeeld hielp het badhuis bij het “langzaam deconstrueren van de bestaande sociale hiërarchie en creëerde het een nieuwe culturele stroom tussen de elite en de gewone mensen.” 2832
De enige scheiding vond plaats tussen mannen en vrouwen en zelfs dat was verre van universeel in ruimte en tijd. Mannen en vrouwen gingen naar verschillende badhuizen, gebruikten verschillende afdelingen, of deelden dezelfde ruimtes op verschillende tijden van de dag of de week. 1215171923
Het energieverbruik van Romeinse badhuizen
Hoe duurzaam was al die gemeenschappelijke luxe? Het meeste onderzoek naar het energieverbruik van badhuizen heeft betrekking op de Romeinse baden. Historici hebben de grote badhuizen uit het Romeinse Rijk soms als verspillend bestempeld, met het argument dat hun wijdverspreide gebruik ontbossing veroorzaakte. 333435 De afgelopen jaren hebben archeologisch onderzoek, thermische analyse en warmteoverdrachtstudies echter steeds duidelijker gemaakt dat Romeinse badhuizen, ondanks hun weelde, opmerkelijk energiezuinige gebouwen waren. 3633
De eerste reden daarvoor was het gebruik van de hypocaustum. Dat verwarmingssysteem bestond uit een of meer ondergrondse vuren die warme lucht onder de vloer en in de holle muren verspreidden (sommige badhuizen hadden ook verwarmde plafonds). Door de grote stralingsoppervlakken konden de ruimtes in het gebouw op een lagere temperatuur worden verwarmd, waardoor energie werd bespaard. Hoewel het water voor de baden periodiek opnieuw werd verwarmd in een geïsoleerde boiler dicht bij de oven, hielp de warmte in de vloeren en de muren om het water voor langere tijd warm te houden. 3633
Een studie van de Stabische Thermen, een van de oudste overgebleven “thermae”, laat een brandstofverbruik zien van tussen de 5 en 8 kg brandhout per uur, afhankelijk van het seizoen. 3637 Dat komt overeen met een houtvoorraad van iets meer dan 60 bomen (essen) per jaar, een hoeveelheid die wellicht niet tot ontbossing leidde. 36 Het verbruik van brandhout was waarschijnlijk nog lager omdat Romeinse badhuizen ook andere lokaal beschikbare brandstoffen gebruikten, vaak afvalproducten: riet, bijproducten van de oogst (olijfpitten, snoeisel van boomgaarden, kaf) en dierlijk afval (mest en botten). 33
Veel Romeinse badhuizen werden op zonnige dagen bijna volledig door zonne-energie opgewarmd.
Volgens dezelfde methodologie toont een studie van een later badcomplex - de Forum Thermen in Ostia - aan dat de Romeinen de energie-efficiëntie van hun badhuizen bleven verbeteren. 3839 De Forum Thermen waren drie keer zo groot als de Stabische Thermen - 923m2 tegenover 310m2 verwarmde ruimtes - maar hun berekende jaarlijkse houtverbruik is niet eens twee keer zo hoog: ruwweg 100 bomen per jaar. 3836 Het nieuwere badhuis had dikkere muren (twee meter in plaats van één meter) en veel grotere ramen, waardoor het aandeel zonnestraling toenam. 40 Eerder onderzoek heeft aangetoond dat dit badhuis op zonnige dagen bijna uitsluitend door zonne-energie werd verwarmd. 41
De bovenstaande studies gaan ervan uit dat de Romeinen hun baden 24 uur per dag verwarmden, tenzij er onderhoud nodig was. Romeinse badhuizen werden zeer waarschijnlijk de hele nacht door verwarmd, omdat dat praktischer en energiezuiniger was. Veel baden waren dagelijks geopend en het kon een hele dag duren om ze vanuit koude toestand op te warmen. In latere eeuwen gebruikten middeleeuwse badhuizen en hammams vaak de hitte of de as van de oven om ’s nachts brood en ander voedsel te bakken. 42 Hammams en middeleeuwse badhuizen waren minder energie-efficiënt dan Romeinse baden. Hammams hadden verwarmde vloeren maar geen verwarmde muren en weinig ramen, terwijl middeleeuwse badhuizen vaak geen van beide hadden.
Het Romeinse badhuis versus de private douche
Hoe verhoudt het energieverbruik van het Romeinse badhuis zich tot dat van de moderne douche? Academisch onderzoek geeft geen antwoord, maar een snelle rekensom laat zien dat het Romeinse baden, dat uren duurde, energiezuiniger was dan de hedendaagse privédouche, die gemiddeld 9 minuten duurt. Het dagelijkse energieverbruik van de Forum Thermen komt overeen met het dagelijkse energieverbruik van 557 douches. 43 Hoewel we niet weten hoeveel mensen de Forum Thermen dagelijks bezochten, overtroffen ze dat aantal waarschijnlijk: het badhuis kon tot 500 baders tegelijk herbergen. 44
Het Romeinse baden, dat uren duurde, was energiezuiniger dan de hedendaagse privédouche, die gemiddeld 9 minuten duurt.
Bovendien heeft in de bovenstaande berekening het energieverbruik voor de douche alleen betrekking op waterverwarming, terwijl het brandstofverbruik voor de openbare baden ook - en voornamelijk - ruimteverwarming omvat. 36 Als we er bijvoorbeeld van uitgaan dat het water in de baden van de Stabische baden slechts één keer per dag werd ververst, was de verwarming van het water goed voor minder dan 10% van het totale energieverbruik, wat overeenkomt met het energieverbruik van slechts 52 douches. Het lage energieverbruik voor waterverwarming wordt deels verklaard door de uitstekende thermische isolatie van de verwarmde vloeren en muren, waardoor ruimte- en waterverwarming niet van elkaar kunnen worden gescheiden. Maar het komt ook doordat de Romeinen het water deelden in gemeenschappelijke baden, terwijl elke douche vers verwarmd water vereist.
Het Romeinse badhuis steekt ook gunstig af bij de typische sauna, waarvoor het brandstofverbruik schommelt tussen 5 en 15 kg brandhout per sessie. 45 Slechts zestien van zulke saunasessies vereisen evenveel brandstof als de Stabische baden dagelijks verbruikten. De sauna heeft geen verwarmde vloer en wanden. Bovendien werd hij historisch vaak gedeeltelijk ondergronds gebouwd om brandstof te besparen, maar tegenwoordig is het meestal een slecht geïsoleerd gebouw dat in een koud klimaat staat.
De openbare badhuizen van de Industriële Revolutie
Sinds de Romeinse tijd en de late middeleeuwen zijn badgewoonten behoorlijk veranderd, vooral in het grootste deel van de westerse wereld. Weinigen van ons zullen de tijd of zelfs de behoefte hebben om dagelijks meerdere uren in een badhuis door te brengen. Sommigen zullen zich ook ongemakkelijk voelen om in het openbaar te baden. 30 Een badhuis kan echter ook een vorm aannemen die meer in overeenstemming is met moderne badgewoonten. Dat demonstreert het openbare badhuis van de industriële revolutie.
In de negentiende en vroege twintigste eeuw ontvingen steden grote aantallen immigranten die in fabrieken kwamen werken. De meeste van deze mensen werden gehuisvest in overvolle gebouwen zonder stromend water, wat leidde tot onhygiënische omstandigheden. 46 Regelmatige epidemieën en nieuwe medische inzichten leidden tot een “evangelie van reinheid” dat resulteerde in een nieuwe golf van openbare badhuizen in de hele Westerse wereld. Velen daarvan verdwenen pas tussen de jaren 1950 en 1980.
De beweging voor openbare hygiëne begon in Engeland en bereikte daar een hoogtepunt in de jaren 1840. Tegen 1896 onderhielden meer dan 200 gemeenten in Groot-Brittannië openbare baden. Het Engelse badhuis imiteerde de pracht en praal van de Romeinse baden in zijn architectuur en decoratie: het was “groot, mooi en kostbaar”. 46 Het kopieerde echter niet de oude badgewoonten. Er werden nu verschillende delen van het badhuis gereserveerd voor verschillende sociale klassen. Bovendien maakten de gedeelde baden nog steeds sociale interactie mogelijk, maar werden de badkuipen nu in individuele compartimenten geplaatst. Ten slotte stelde het moderne badhuis maximale tijdslimieten in voor het gebruik van het gemeenschappelijke bad en de individuele badkuipen. 464748
Het douchebadhuis
Duitsland, dat als eerste de Britten volgde op het continent, bouwde ook monumentale badhuizen. 49 In de jaren 1880 betoogde de Berlijnse arts Oscar Lasser echter dat de grote baden te duur waren om in de benodigde aantallen te bouwen. Hij stelde de introductie voor van kleinere badhuizen met alleen maar douches in individuele compartimenten. Tot dan toe was de douche alleen verbonden aan een badkuip of werd hij gebruikt in kazernes en gevangenissen, waar soldaten en gevangenen met koud water werden gedoucht. 484625
Badhuizen met alleen maar douches weren het dominante type in het grootste deel van West-Europa en ook in Noord-Amerika, waar de sanitaire hervormingsbeweging pas in de jaren 1890 op gang kwam. 5051 Het douchebadhuis ruimde de laatste overblijfselen van de oude badcultuur uit de weg door de gemeenschappelijke baden achterwege te laten en over te schakelen op een meer praktische architectuur. Het openbare badhuis uit de Industriële Revolutie was de “antithese van het pre-industriële badhuis”. 47 Hoewel baders nog steeds gebruik maakten van een gemeenschappelijke infrastructuur, was er geen ruimte meer voor plezier, sociale interactie, openbare naaktheid en het vermengen van sociale klassen.
Het openbare badhuis uit de Industriële Revolutie was de antithese van het pre-industriële badhuis
Terwijl de hogere sociale klassen geleidelijk toegang kregen tot hun eigen watervoorziening en badkamers, werd het openbare bad steeds meer geassocieerd met armoede. Hoewel douchebadhuizen geen aparte afdelingen hadden voor verschillende sociale klassen, werden ze voornamelijk gebouwd in buurten met lage inkomens en waren ze alleen bedoeld voor de armen. Badgasten werden naar hun douchecel geleid door een begeleider, die de kraan opendraaide, de watertemperatuur bepaalde en een tijdsklok startte. Mensen hadden maximaal 20 minuten om zich uit te kleden, te douchen en weer aan te kleden. 4647 “De armen moesten schoon zijn maar er niet te veel van genieten.” 46
Zullen we het openbare badhuis terugbrengen?
In Europa en Noord-Amerika verdween het openbare badhuis toen iedereen zijn eigen badkamer kreeg - hoewel we nog steeds samen baden in sportcentra en gemeenschappelijke badkamers blijven gebruiken in hostels of op campings. Het openbare badhuis overleeft elders, maar is bijna overal in verval. Bijvoorbeeld, Caïro had slechts acht hammams in 2000, vergeleken met meer dan zeventig aan het begin van de 19e eeuw. 5253 In 1968 telde Tokio 2.687 openbare badhuizen. In 2022 waren er nog maar 462 over. 5455
Historisch gezien werd het badhuis geboren uit de behoefte aan efficiëntie: baden kostte te veel middelen om individueel te organiseren. Dat is niet langer het geval dankzij de opmars van centrale infrastructuren - fossiele brandstoffen, elektriciteit, watervoorziening, riolering. Maar in de context van de huidige energiecrisis is de efficiëntie van het openbare badhuis opnieuw relevant geworden. Het is een oplossing die het energieverbruik relatief snel kan verminderen zonder dat er nieuwe technologieën nodig zijn of comfort moet worden opgeofferd. Veerkracht is een ander argument voor het badhuis. 56
Welk type openbaar badhuis willen we?
De metamorfose van het openbare bad in de 19e en 20e eeuw, die ook gevolgen had voor openbare baden buiten de westerse wereld, vormt een uitdaging voor iedereen die publiek baden nieuw leven wil inblazen met het oog op duurzaamheid. Welk type badhuis willen we? Natuurlijk zijn het Romeinse bad en het douchebadhuis uitersten en zijn er vele tussenvormen denkbaar. Toch zal elke ontwerper van een toekomstig badhuis beslissingen moeten nemen die waarschijnlijk controversieel zullen zijn.
Je zou bijvoorbeeld kunnen beargumenteren dat het douchebadhuis niet alleen past bij moderne badpraktijken, maar ook een maximale efficiëntie biedt. Dat is vooral waar als de overheid, in plaats van de badgast, de duur van de douche en de temperatuur van het water regelt. Op die manier zou het openbare badhuis een technologie kunnen worden om zuinigheid af te dwingen bij de hele bevolking. Maar op zijn zachtst gezegd is het onwaarschijnlijk dat zo’n aanpak enthousiasme zal opwekken voor een heropleving van het openbare badhuis. Het douchebadhuis bevordert evenmin de sociale interactie. 57
Elke ontwerper van een toekomstig badhuis zal beslissingen moeten nemen die waarschijnlijk controversieel zijn.
Pleiten voor de terugkeer van het pre-industriële openbare badhuis, waarin sociale interactie en gemeenschappelijke luxe centraal staan, is misschien succesvoller om mensen weg te lokken van hun privébadkamers, maar het kent ook obstakels. Het openbare badhuis stuit al 2000 jaar op weerstand, meestal vanwege tegenstrijdige opvattingen over gezondheid en moraal. 58 Bijvoorbeeld, zorgen over losbandigheid en prostitutie - echte en ingebeelde - lopen door de geschiedenis van het badhuis in alle culturen. 59 Het scheiden van mannen en vrouwen pakt die zorgen niet volledig aan.
Elk pleidooi om openbare badhuizen nieuw leven in te blazen zal ook te maken krijgen met de angst voor besmettelijke ziekten. Een “lockdown” van de samenleving, zoals veel regeringen toepasten tijdens de pandemie van het coronavirus in 2020 en 2021, is bijvoorbeeld onverenigbaar met openbare badhuizen. Zo’n maatregel werkt alleen als iedereen een eigen badkamer heeft. 60 Het verband tussen gemeenschappelijk baden en gezondheid is complex. De wetenschap heeft veel van de gezondheidsvoordelen van koude, warme en stoombaden bevestigd en heeft ook het belang van sociale interactie aangetoond. Mensen samenbrengen brengt echter ook altijd gezondheidsrisico’s met zich mee.
Hoe bouw je een low-tech badhuis?
Er is nog een verschil tussen badhuizen die voor en na de Industriële Revolutie werden gebouwd: preïndustriële baden werkten op hernieuwbare brandstoffen, terwijl industriële baden op fossiele brandstoffen werkten. Veel moderne badhuizen hadden een eigen kolencentrale die de ruimte en het water verwarmde en elektriciteit leverde voor de verlichting. Op fossiele brandstoffen werkende badhuizen zijn energie-efficiënter dan op fossiele brandstoffen werkende privébadkamers, maar het kan uiteraard nog beter.
Een groot badhuis dat wordt verwarmd door een hypocaustum en grote ramen is nog steeds moeilijk te verslaan als koolstofneutrale technologie, tenminste op basis van duurzame houtproductie. 6162 De verbranding van biomassa zorgt echter voor luchtvervuiling, terwijl we een badhuis ook zouden kunnen verwarmen met hernieuwbare energiebronnen die dat probleem niet hebben. De meest voor de hand liggende oplossing voor ruimte- en waterverwarming zijn vlakke plaat zonnecollectoren waarin de zon het water verwarmt. Windmolens die warmte opwekken zijn een low-tech alternatief voor thermische zonnecollectoren in minder zonnige klimaten. 63 Andere potentiële warmtebronnen zijn geothermische energie en afvalwarmte van fabrieken.
Op fossiele brandstoffen werkende badhuizen zijn energie-efficiënter dan op fossiele brandstoffen werkende privébadkamers, maar het kan uiteraard nog beter.
Het grootste nadeel van een badhuis op zonne- of windenergie is de afhankelijkheid van gunstige weersomstandigheden. Om dat te compenseren kan zonne- of windenergie worden gecombineerd met thermische energieopslag, zoals geïsoleerde watertanks. Warmte opslaan in een thermische massa voor langere periodes is veel goedkoper en duurzamer dan elektriciteit opslaan in chemische batterijen. Het vereist echter ruimte die alleen gemeenschappelijk baden kan bieden. Stoombaden en sauna’s zijn moeilijker los te koppelen van biomassaverbranding, maar er bestaan enkele innovatieve voorbeelden. 64
Door badfaciliteiten te clusteren in een gedeelde infrastructuur ontstaat er ook voldoende ruimte om een badhuis te voorzien van uitgebreide warmte-isolatie (een doorslaggevende factor in energieverbruik) en te zorgen voor een autonome watervoorziening (bijvoorbeeld door regenwater op te vangen en op te slaan) en de lokale behandeling van afvalwater (bijvoorbeeld door fytoremediatie met behulp van planten).
Architecten hebben een aantal van deze ideeën toegepast in landen waar openbare baden nog steeds worden gebruikt. In een bergdorp in China bijvoorbeeld is een gemeenschappelijk badhuis voor 5.000 mensen grotendeels onafhankelijk van centrale infrastructuurnetwerken. Het water wordt opgepompt uit een bron en verwarmd met zonnecollectoren. Het afvalwater van de douches en toiletten wordt gefilterd in bassins gevuld met bamboeplanten. 65.
Een openbaar badhuis past echter ook in de hoogtechnologische visie van een gecentraliseerde energie-infrastructuur op basis van PV-panelen en windturbines die elektriciteit leveren. In een dergelijke configuratie zouden openbare badhuizen een overschot aan elektriciteit kunnen absorberen tijdens dagen met veel zon of wind. In plaats van de elektriciteit van overtollige zonne- en windenergie te vernietigen, zouden we die kunnen gebruiken om elektrische warmtepompen aan te drijven en de warmte op te slaan in de thermische massa van openbare badhuizen. 66 Hoewel deze aanpak minder efficiënt is dan badhuizen die zonder elektriciteit werken, is het nog altijd beter dan een scenario waarin een gecentraliseerd hernieuwbaar elektriciteitsnet energie levert aan een veel groter aantal privébadkamers.
Kris De Decker
Veel dank aan Jonas Görgen en Elizabeth Shove voor hun feedback op een eerdere versie van dit artikel.
Marie Verdeil en Roel Roscam Abbing hebben bijgedragen aan de selectie van afbeeldingen.
Reacties
Als je op dit artikel wil reageren, stuur dan een mailtje naar solar (at) lowtechmagazine (dot) com. Je gegevens worden niet voor andere doeleinden gebruikt. Blijf je liever anoniem, sluit dan je bericht af met een pseudoniem.
Reacties