Battery used Battery charging

Ook circulaire economie pleegt roofbouw op planeet

Zolang we grondstoffen blijven accumuleren, is het sluiten van de grondstoffencyclus een illusie, zelfs voor materialen die in principe goed te recycleren zijn

Illustratie: Diego Marmolejo.
Illustratie: Diego Marmolejo.
Bekijk origineel beeld Bekijk origineel beeld

De circulaire economie – het nieuwste toverwoord in de duurzaamheidsdiscussie – belooft economische voorspoed zonder roofbouw of afval. Maar niet iedereen is onder de indruk. De circulaire economie focust op een erg klein deel van de grondstoffencyclus en houdt geen rekening met de wetten van de thermodynamica.

De circulaire economie

De circulaire economie (of kringloopeconomie) is voor veel overheden, instellingen, bedrijven en milieuorganisaties onderdeel geworden van de ambitie om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen. In de circulaire economie worden geen nieuwe grondstoffen gedolven en geen afval geproduceerd, omdat grondstoffen steeds opnieuw worden gebruikt.

De klemtoon ligt op recyclage, mede mogelijk gemaakt door producten zo te ontwerpen dat ze makkelijk uit elkaar kunnen worden gehaald. Er is ook aandacht voor een “andere consumptiecultuur”. In de kringloopeconomie hebben we niet langer producten in eigendom, maar in bruikleen. Het idee is dat producenten op die manier gestimuleerd worden om de levensduur van hun producten te verlengen.

In Nederland en Vlaanderen is het idee van de circulaire economie onder de aandacht gebracht door het populaire boek “Material Matters”, geschreven door Thomas Rau en Sabine Overhuber. Ze stellen de kringloopeconomie voor als een “alternatief voor onze roofbouwmaatschappij”. Het enthousiasme voor de circulaire economie wordt echter niet gedeeld door een aantal wetenschappers die zich erg kritisch uitlaten.

Verschillende recente studies noemen het een “geïdealiseerde visie”, een “samenraapsel van diverse ideeën uit verschillende domeinen”, of een “vaag idee” gebaseerd op “pseudo-wetenschappelijke concepten”.

Probleem 1: Moderne producten zijn complex

Een kringloopeconomie is niets nieuws. Voor de Industriële Revolutie werden bijna alle afvalstoffen opnieuw gebruikt of aan de natuur teruggegeven. Zo werd papier gemaakt van oude kleren, werd voedselafval aan de kippen en de varkens gevoerd, en werden nieuwe gebouwen opgetrokken uit de restanten van oude gebouwen.

Het verschil tussen toen en nu zijn de gebruikte grondstoffen. Voor de Industriële Revolutie werd bijna alles gemaakt uit materialen die ofwel biologisch afbreekbaar waren – zoals hout, riet of vlas – ofwel eenvoudig te recycleren of opnieuw te gebruiken waren – zoals ijzer of baksteen.

Moderne producten bestaan echter uit een veel grotere diversiteit aan (nieuwe) materialen, die meestal niet biologisch afbreekbaar zijn en ook slecht te recycleren zijn. Hoe complexer een product, hoe meer stappen en bewerkingen een recyclageproces ondergaat. In elke fase van dit proces gaan er grondstoffen verloren. Bovendien zit het grondstoffenverbruik steeds meer in het productieproces en steeds minder in de productie van de primaire materialen, zodat recyclage van het eindproduct maar een deel van de input kan recupereren.

Dit is de eerste deuk in de geloofwaardigheid van de circulaire economie: het recyclageproces van moderne producten is verre van 100% efficiënt. Een recent onderzoek naar een modulaire Fairphone 2 – een mobiele telefoon die met het oog op recyclage en een langere levensduur is ontworpen – laat zien dat het gebruik van kunststoffen, microchips en batterijen het idee van een circulaire economie volledig ondergraaft. Slechts 30% van de gebruikte grondstoffen in de FairPhone 2 kunnen worden gerecupereerd. Voor LED-verlichting werd een vergelijkbaar resultaat opgetekend.

De lage efficiëntie van het recyclageproces is op zich voldoende om het concept van een moderne kringloopeconomie onderuit te halen: het verlies van grondstoffen tijdens de recyclage moet altijd weer worden gecompenseerd door nieuwe roofbouw op de planeet.

Probleem 2: Hoe recycleer je energie?

Een tweede deuk in de geloofwaardigheid van de circulaire economie is het feit dat 20% van de grondstoffen fossiele brandstoffen zijn. Meer dan 98% daarvan wordt ingezet als energiebron en kan niet worden hergebruikt of gerecycleerd. Bij verbranding worden fossiele brandstoffen omgezet in CO2- en andere emissies – afval dus.

Hooguit kan de restwarmte van bijvoorbeeld het produceren van elektriciteit ingezet worden om andere warmtebronnen te vervangen. Maar dat is “downcycling” in plaats van “recycling” – het is bijvoorbeeld onmogelijk om met de restwarmte van de ene auto een andere auto aan te drijven.

Daarbij kost recyclage van grondstoffen ook energie, zowel voor het recyclageproces zelf als voor het transporteren van gerecycleerde en te recycleren materialen. Ook die gebruikte energiebronnen moeten worden gecompenseerd door het ontginnen van nieuwe energiebronnen – geen kringloop dus.

Uiteraard hebben de supporters van de kringloopeconomie hier een antwoord op: we schakelen over naar 100% hernieuwbare energie. Maar daarmee is de cirkel nog steeds niet rond: voor de bouw en regelmatige vervanging van hernieuwbare energiecentrales en de bijhorende infrastructuur zijn ook veel grondstoffen nodig (energie + materialen).

Hernieuwbare energiecentrales maken bovendien gebruik van moeilijk te recycleren materialen. Zonnepanelen, windturbines en lithium-ion batterijen worden dan ook niet of nauwelijks gerecycleerd.

Probleem 3: Input overtreft output

De derde deuk in de geloofwaardigheid van de circulaire economie is de grootste: het gebruik van grondstoffen – zowel energie als materialen – blijft jaar na jaar stijgen. Het grondstoffenverbruik vertienvoudigde van 7 gigaton in 1900 tot 62 gigaton in 2005 en tot 78 gigaton in 2010. Dat komt overeen met een gemiddelde stijging van ongeveer 3% per jaar.

Groei maakt een circulaire economie onmogelijk, zelfs al zouden alle grondstoffen worden gerecycleerd en alle recyclageprocessen 100% efficient zijn. De hoeveelheid afgedankte grondstoffen die in aanmerking komt voor recyclage zal namelijk altijd kleiner zijn dan de benodigde hoeveelheid grondstoffen. Om dat te compenseren, moet er telkens opnieuw roofbouw worden gepleegd. Zolang het grondstoffenverbruik toeneemt, kan de kringloop onmogelijk gesloten worden.

Het verschil tussen vraag en aanbod is veel groter dan je zou denken. Als we naar de volledige grondstoffencyclus kijken, zoals een studie uit 2015 voor het referentiejaar 2005 deed, dan wordt duidelijk dat de circulaire economie de aandacht richt op een heel klein deel van die cyclus, en daardoor de essentie mist. Een aanzienlijk deel van alle grondstoffen – ongeveer een derde van het totaal – worden noch gerecycleerd, noch verbrand of gestort: ze worden geaccumuleerd in gebouwen, infrastructuur en consumentengoederen.

Accumulatie van grondstoffen

In 2005 werden er wereldwijd 62 gigaton grondstoffen gebruikt. Na aftrek van energiebronnen (fossiele brandstoffen + biomassa) en afval uit de mijnbouw blijven 30 Gt grondstoffen over voor gebruik als materiaal. Hiervan werd 4 Gt materialen gebruikt voor het maken van producten die minder dan een jaar meegaan (wegwerpproducten). De andere 26 Gt werd geaccumuleerd in gebouwen, infrastructuur en consumentengoederen die langer dan een jaar meegaan.

Illustratie: Diego Marmolejo.
Illustratie: Diego Marmolejo.
Bekijk origineel beeld Bekijk origineel beeld

In datzelfde jaar werden 9 Gt van die voorraden afgedankt, wat betekent dat de “stocks” aan materieel kapitaal in 2005 met 17 Gt aangroeide. Ter vergelijking: de totale afvalstroom die in 2005 in aanmerking kwam voor recyclage was slechts 13 Gt (4 Gt afgedankte wegwerpproducten en 9 Gt afgedankte voorraden), waarvan een derde (4 Gt) effectief gerecycleerd wordt.

Slechts 9 Gt werd gestort, verbrand of gedumpt – en het is die 9 Gt waar de circulaire economie op focust. Maar zelfs als dat allemaal gerecycleerd zou worden, en de recyclageprocessen 100% efficient zouden zijn, kan daarmee nooit de kringloop worden gesloten: er zijn namelijk 30 Gt materialen en 63 Gt grondstoffen nodig.

Zolang we grondstoffen blijven accumuleren, is het sluiten van de grondstoffencyclus een illusie, zelfs voor materialen die in principe goed te recycleren zijn. Zo kan het gerecycleerde metaal slechts aan 36% van de jaarlijkse vraag naar nieuwe metalen voldoen, ook al heeft metaal relatief hoge recyclingspercentages van ongeveer 70%. We stoppen nog altijd veel meer grondstoffen in het systeem dan er voor recyclage beschikbaar komen – en dus zijn er simpelweg niet genoeg gerecycleerde grondstoffen om de roofbouw te stoppen.

Het ware gelaat van de kringloopeconomie

Een bewuster gebruik van grondstoffen is uiteraard een prima idee. Maar daarvoor is meer nodig dan recyclage. Aangezien 71% van alle grondstoffen niet in aanmerking komen voor recyclage (44% energiebronnen en 27% toevoegingen aan stocks) zit er voor deze fracties niet anders op dan het gebruik ervan te verlagen.

Een circulaire economie vereist dus dat we minder fossiele brandstoffen gebruiken (wat niet hetzelfde is als meer hernieuwbare energiebronnen verbruiken), en dat we minder grondstoffen accumuleren in kapitaalgoederen. We moeten dus vooral minder spullen gaan maken: minder auto’s, minder computers, en minder gebouwen.

Het is zeer onwaarschijnlijk dat de voorstanders van de kringloopeconomie zich achter deze bijkomende voorwaarden zullen scharen. Het concept van de circulaire economie is er net op gericht om duurzaamheid te verzoenen met economische groei – met andere woorden: meer auto’s, meer computers, meer gebouwen.

Zelfs de beperkte doelstelling die de circulaire economie zich stelt – volledige recyclage van een minderheid aan grondstoffen – vereist een extra voorwaarde die moderne kringloopdenkers wellicht niet goedkeuren: dat we alles opnieuw uit hout en eenvoudige metalen gaan bouwen, zonder het gebruik van kunststoffen, halfgeleiders, lithium-ion batterijen of composietmaterialen.

Referenties:

Haas, Willi, et al. “How circular is the global economy?: An assessment of material flows, waste production, and recycling in the European Union and the world in 2005.” Journal of Industrial Ecology 19.5 (2015): 765-777.

Murray, Alan, Keith Skene, and Kathryn Haynes. “The circular economy: An interdisciplinary exploration of the concept and application in a global context.” Journal of Business Ethics 140.3 (2017): 369-380.

Gregson, Nicky, et al. “Interrogating the circular economy: the moral economy of resource recovery in the EU.” Economy and Society 44.2 (2015): 218-243.

Krausmann, Fridolin, et al. “Global socioeconomic material stocks rise 23-fold over the 20th century and require half of annual resource use.” Proceedings of the National Academy of Sciences (2017): 201613773.

Korhonen, Jouni, Antero Honkasalo, and Jyri Seppälä. “Circular economy: the concept and its limitations.” Ecological economics 143 (2018): 37-46.

Fellner, Johann, et al. “Present potentials and limitations of a circular economy with respect to primary raw material demand.” Journal of Industrial Ecology 21.3 (2017): 494-496.

Reuter, Markus A., Antoinette van Schaik, and Miquel Ballester. “Limits of the Circular Economy: Fairphone Modular Design Pushing the Limits.” 2018

Reuter, M. A., and A. Van Schaik. “Product-Centric Simulation-based design for recycling: case of LED lamp recycling.” Journal of Sustainable Metallurgy 1.1 (2015): 4-28.

Reuter, Markus A., Antoinette van Schaik, and Johannes Gediga. “Simulation-based design for resource efficiency of metal production and recycling systems: Cases-copper production and recycling, e-waste (LED lamps) and nickel pig iron.” The International Journal of Life Cycle Assessment 20.5 (2015): 671-693.

Reacties

Als je op dit artikel wil reageren, stuur dan een mailtje naar solar (at) lowtechmagazine (dot) com. Je gegevens worden niet voor andere doeleinden gebruikt.

Reacties
Bennie Janssens

Eindelijk eens een realistisch artikel over circulaire economie.

Richard Eichenberger

Boven het interessante artikel over circulsire economie staat:

“De circulaire economie focust op een erg klein deel van de grondstoffencyclus en houdt geen rekening met de wetten van de thermodynamica.”

Toch kom ik het woord thermodynamica verder nergens tegen.

???

Ronals Rovers

Helemaal mee eens.

En wat dan nog niet eens is meegerekend, is de uitputting zelf: Een kringloop is pas gesloten ( circulair) als de voorraad wordt hersteld, anders is het thermodynamisch een aflopend proces. Dat gebeurt enigzins voor organische materialen ( bos hergroei op basis van oa zonne energie) maar absoluut niet voor mineralen en metalen: die worden sneller uitgeput dan aangevuld. En kan dus nooit circulair zijn. Overigens kan het wel, alleen kost dat zeer veel energie, en zijn mineralen en vooral metalen vooral te vermijden.

Voor de geinteresseerde: http://ronaldrovers.nl/circular-part-3-restore-circulaire-energie/ ( of andere artikelen met trefwoord circulair)

m lo

Wederom zo’n welkom verhelderend stuk op deze site !

Al blijft recycling een druppel op de gloeiende plaat, het mooie neveneffect is dat het een praktisch handvat geeft voor de mensheid om ook over andere milieu zaken te gaan nadenken.

‘Kringloopeconomie’ is zowieso een contradictio in terminis. De wereldeconomie is een gereedschap in de gestage groei van de mensheid. En die mensheid blijkt telkens weer niet in kringetjes te (willen) lopen en te denken.

Mede door het niet sluitend krijgen van hun kringloop zal het aantal mensen ooit drastisch afnemen. Dat verschijnsel is op zich weer onderdeel van hoe de aardbol en alles daarop al miljarden jaren continu verandert en nooit weer hetzelfde wordt.

Een ontwikkeling kan zijn dat door de menselijke afname, andere door de mensheid nu opengebroken kringlopen zich weer sluiten en de mens daardoor voortleeft.

Daarbij aangetekend de discussie of en wie de achtergelaten troep van de mislukte kringloop opruimt.

Ferry

Lithium-Ion batterijen zijn overigens voor nagenoeg 100% te recyclen, het gebeurt alleen niet omdat het duurder is dan nieuwe batterijen mijnen.

Dat is dus voornamelijk een politiek, en niet een technologisch probleem.

Dat eeuwige groei en duurzaamheid niet samengaan, zoveel is zeker.

J.W. Snijders

Heb de tekst voor de tweede keer gelezen.Heel waardevol! Heb nog twee opmerkingen:

  1. Steenachtige en zandachtige materialen worden volgens mij zelden meegerekend als grondstof, terwijl ze dat wel zijn. B.v. het beroemde Carrara-marmer is al zowat uitgeput.

  2. Bij grondstofwinningen gaat het maar voor een klein deel om nuttige en verhandelbare stoffen, terwijl het meerendeel restschade is. Dit vormt per saldo een nog grotere aantasting van de planeet.

Kris De Decker

@ Jurgen

De consumptie van grondstoffen per hoofd van de wereldbevolking is heel ongelijk verdeeld: http://www.lowtechmagazine.be/2018/02/hoeveel-energie-hebben-we-nodig.html

Als we het totale primaire energieverbruik per land delen door het aantal mensen dat er woont, dan verbruikt de gemiddelde Noord-Amerikaan meer dan twee keer zoveel energie als de gemiddelde European (6.881 kgoe tegenover 3.207 kgoe, oftewel kilogram olie-equivalent). Binnen Europa verbruikt de gemiddelde Nederlander of Belg ruim dubbel zoveel energie als de gemiddelde Griek of Portugees.

De gemiddelde Griek of Portugees verbruikt drie tot vijf keer meer energie dan de gemiddelde Angolees, Cambodiaan of Nicaraguaan, die op zijn of haar beurt twee tot drie keer zoveel energie verbruikt als de gemiddelde Bengaal.

Stel dat het probleem inderdaad overbevolking is. Laten we aannemen dat er besloten word 500 miljoen mensen uit te roeien. Maar wie dan? De Amerikanen, de Europeanen, de Afrikanen? Het antwoord is duidelijk: minus 500 miljoen Amerikanen en Europeanen zou het grootste voordeel opleveren, want die verbruiken het meeste grondstoffen per hoofd van de bevolking.

Haal daarentegen 500 miljoen mensen weg uit de armste gebieden ter wereld, en het resultaat is bijna nul. Waarom? Die mensen consumeren vele malen minder grondstoffen dan wij. Dus wat is dan het probleem? Overbevolking of overconsumptie?

Bevolkingsgroei is een probleem op zich, daar ben ik het helemaal mee eens. Als menselijke soort kunnen we simpelweg blijven groeien, want we leven op een eindige planeet. Maar overconsumptie is een probleem dat daar los van staat. Natuurlijk beïnvloeden ze elkaar maar het is belangrijk om ze uit elkaar te houden. Zoniet wordt bevolkingsgroei een bliksemafleider voor excessief grondstoffenverbruik.

Alain

Wederom de nagel op de kop, proficiat Kris.

Als ik lees dat cobalt bijzonder schaars lijkt te worden in deze eeuw (het wordt nu reeds gestolen in grote hoeveelheden in opslaghuizen in Europa, wegens grote vraag en weinig aanbod en dus dure prijs per ton), en dit metaal in allerlei belangrijke technische toepassingen een zeer belangrijke rol speelt (ook in Lithium batterijen), denk ik dat we stillekes aan het eindpunt van de ongebreidelde groei in deze eeuw zullen meemaken, tenzij we opnieuw voor de zoveelste keer creatief uit de bocht komen, door bijvoorbeeld diepzee nodulen die rijk zijn aan zulke zeldzame metalen, te beginnen te ontginnen, of zoals ik op diverse websites lees, technologie beginnen ontwikkelen om asteroiden in het zonnestelsel richting aarde te kunnen verslepen, om aan de vereiste ontbrekende mineralen te geraken. Een zo’n massieve asteroide zou onze aardse maatschappij voor tientallen jaren de vereiste zeldzame mineralen kunnen aanbrengen, dus waarom niet ?

Het draait uiteindelijk weer op de constante en ongebreidelde populatie aangroei binnen het “menselijk” soort, in een vaste omvang planeet met eindige grondstofvoorraden, en zolang dit populatie aangroei verschijnsel niet afvlakt of stabiliseert, is al de rest gewoon hieraan gelinkt: verbuik, voedsel, en mineralen behoeftes.

Iets zal moeten toegeven, en het zal zeker niet planeet aarde zijn, daar deze enkel passief toekijkt wat er gebeurt, en eens het allemaal op is, dan zal het zijn ’trek je plan om te overleven’. Tenzij we tegen dan naar een andere planeet kunnen verhuizen om opnieuw hetzelfde te doen. Ik zal het zelf niet meer meemaken.

Tessa

Een bijzonder kritisch en interessant artikel. Toch merk ik op dat je heel hard focust op 1 ‘circulaire’ strategie (die dan ook nog eens als minst wenselijk aangegeven staat) namelijk ‘recyclage’.

In een alomvattende circulaire economie wordt er namelijk ook rekening gehouden met de afvalhiërarchie:

  1. reduce

  2. reuse

  3. rethink

  4. redesign

  5. remanufacture

  6. recycle

Waarbij recyclage eigenlijk enkel pas van toepassing is op producten die alle andere fasen al (meerdere malen) doorlopen hebben.

Het is waar dat in een eerste opzicht circulaire economie helemaal niet duurzaam is maar indien alle producten en diensten met het oog op circulariteit ontworpen zouden worden, zouden we in elk geval al een pak verder staan op weg naar een duurzame wereld dan vandaag het geval is.

Het is goed om kritisch te blijven maar zonder een grondige kennis van het concept of de strategieën is het moeilijk om opbouwende kritiek te geven natuurlijk.

Robin

De waarheid…politici zullen het hier niet mee eens zijn.

Marieke

@ Kris: Dank voor het ontnuchterende en informatieve artikel!

@ Tessa (10): Dank voor jouw aanvulling, het maakt het beeld completer.

Maar dan rijst bij mij de vraag: als “reduce” en “reuse” de eerste stappen zijn (waar ik 100 % achter sta), hoe rijm je dat dan met het concept van ‘duurzame economische groei’ waar kringloopeconomie voor staat? Of zit de groei in het nieuwe systeem, namelijk dat je wat je nodig hebt huurt in plaats van koopt?

Ik vind het allemaal zéér interessant… want dat er IETS moet veranderen, en GRONDIG, dát staat vast…

Maranke Spoor

@ Kris dat het allemaal bewuste ecomodernisten zijn dat denk ik ook niet, daar komt bij dat velen nogal van de politieke correctheid zijn / domweg ontkennen dat ze dat zijn… Wat betreft de full time jobheid van door greenwashing kijken ergens wel ja, tis een belangrijk deel van mijn werk in elk geval… werk dat nooit af is…

Maar van de andere kant is de kern toch weer eenvoudig net als bij ecologie / economie in zijn algemeenheid…

& dit verhelderende artikel helpt me zicht te krijgen op die kern:

https://medium.com/@caityjohnstone/be-suspicious-of-everyone-who-habitually-defends-the-powerful-from-the-weak-904aa0d21a49

Maranke

Ik heb steeds meer de indruk dat veel “groenen” milieuactivisten en leden van politieke partijen die zich groen noemen eigenlijk ecomodernisten zijn en uiteindelijk meer of minder bewust meer bezig zijn met het instandhouden van het systeem dan met het redden van de planeet, wat vind jij daarvan?

Wendy

Dankjewel voor dit artikel. Ik vind het zeer goed dat je kritisch bent, want het is tijd dat er een verschil wordt gemaakt tussen recycleereconomie en circulaire economie. De recycleereconomie is een deel van de circulaire economie, en de gemakkelijkst te realiseren, want het is eigenlijk nog zeer lineair. Ik geloof meer in een circulaire economie waar “lange levensduur” van producten centraal staat. Ik denk dat je ook de diagrammen met de verschillende cirkels van de EllenMcArthur Foundation kent, waar recyclage de buitenste (en minst circulaire) cirkel is.

Bovendien ga ik ermee akkoord dat de complexiteit van producten recyclage bemoeilijkt. Onlangs zag ik een figuur dat een telefoon vroeger uit veel minder chemische elementen bestaat dan een smartphone vandaag.

Het is inderdaad een samenraapsel van verschillende ideeën. Ik heb een academische achtergrond “Industrial Ecology” en dat is een van de gedachtescholen van CE. Ik denk dat wetenschappers ook verward zijn. Er is geen vaste of dominerende definitie over CE, dus elke keer als ik een paper of artikel lees, moet ik zien welke definitie de schrijver(s) hanteren. Sommigen focusen inderdaad te hard op recycleereconomie, en dat is jammer. Maar dat is mijn mening. Ik ken (persoonlijk) wetenschappers die kritisch staan tegenover de CE, en dat is nodig, want voor een CE hebben we radicale veranderingen nodig. Ik kan ook een hele lijst van kritiek geven, en knikte vaak wanneer ik je artikel lees.

Momenteel doe ik een doctoraat in Japan, waar ze over “Sound Material-Cycle Society” ipv CE spreken, maar het gaat ook vooral over de recycleereconomie. Momenteel discussiëren ze in de Japanse ministerie van milieu om van “material flow based economy” naar een “material stock based economy” te evolueren, waar infrastrctuur, gebouwen, voorwerpen een langere levensduur hebben en meer mensen kunnen dienen. Ook al staat Japan ver, sommigen begrijpen ook dat recycleereconomie niet naar een duurzamere wereld leidt. Ik denk dat dit ook CE is, maar dit kan je niet met technologie oplossen, maar vereist politieke goodwill, en uitdagingen van het huidige maatschappijmodel. Zelf kijk ik naar de Japanse huizen, die een gemiddelde korte levensduur hebben, vooral omdat Japanners alles nieuw willen hebben. Ironisch staan er 8 miljoen huizen leeg.

CE op zich zou geen kritiek moeten krijgen, maar eigenlijk zouden we kritisch moeten zijn hoe onze maatschappij georganiseerd en geprogrammeerd is. Het is tijd om te hekelen dat het nieuwste, het meeste… niet altijd naar geluk leidt.

Ik ken enkele wetenschappers in je referentielijst (zoals Krausmann, Tanikawa, hij is mijn supervisor), dus ik ken enkele van die papers en de boodschap. Ik geloof dat die paper ook deel was van een groter rapport van de IRP betaald door de UN. Ook de academici van IRP zeggen dat CE goed is, maar het probleem is dat mensen meer zullen consumeren/produceren als er relatief meer inkomen vrij komt. Het zogenaamd rebound effect. Eigenlijk zouden mensen moeten leren om met minder te moeten leren leven.

Ik ben een van de academici die zeggen dat CE kan werken, als enkele randvoorwaarden voldoen zijn. Ook de academici van IRP schrijven dit in hun UNEP rapport:

“will require a complex policy mix of resource efficiency investments and incentives, a price on primary material at extraction and a shift to shorter working hours, i.e. compensating productivity gains with more free time to offset rebound spending.” (UNEP 2016).

Ik vond dat een van de beste zinnen die ik in dat rapport las.

Een andere randvoorwaarde is om weg te stappen van een globale markt, en meer regionaal of lokaal gaan. Ik heb (ongepubliceerde) figuren van een professor die ook voor IRP gewerkt gezien dat zegt dat in meer gesloten economieën de materiaalconsumptie zou dalen. In de geschiedenis zien we inderdaad voorbeelden wat een circulaire economie kan zijn. . In Japan, tijdens de Edo periode, wanneer ze geïsoleerd waren van de rest van de wereld, was de economie lokaal en zeer duurzaam. Ik las onlangs een boek over hun praktijken, ideeën, en dacht “ok, dit is een circulaire economie”, maar zodra ze hun grenzen in 1868 opendeden, ging het een beetje mis. Ik ben dan ook kritisch voor een “globale circulaire economie”, en denk dat buurlanden, of regio’s, inderdaad meer moeten samenwerken, maar minder met verre landen. Mensen kunnen zeer vindingrijk zijn als er uitdagingen zijn. Ik kan hier uren over praten.

Carl Rymenams

Ik volg Tessa:

Circulaire economie is een utopie in een groeiende wereldbevolking met stijgende consumptiedrang, maar dat neemt niet weg dat het een cruciale schakel is in de weg naar een meer verantwoorde economie.

Van zodra de mens metaal is gaan bewerken werd de aarde aan een razend tempo leeggezogen. Er werd ontbost en later steenkool ontgonnen. Het probleem van grondstofschaarste vind zijn oorsprong dus lang voor de eerste industriële revolutie.

(Net als het verdwijnen van onze dieren door jacht overigens).

Ik geloof dat het streven naar een circulaire economie geen allesomvattende oplossing biedt, maar het is wel een stap in de goede richting en kan zeker bijdragen tot een verlaagde consumptie. Een eenvoudig voorbeeld: er zijn speelotheken waar je speelgoed in bruikleen kan nemen ipv nieuw te kopen… Zo hoeft niet iedereen een speelgoed rakket te kopen en kan de rakket van het ene kind naar het andere doorreizen. Indien dit soort ondernemingen gestimuleerd wordt zal de producent ook baat hebben bij het maken van kwalitatief sterk speelgoed, waar in die nieuwe economie de voorkeur aan geschonken zal worden. Het product zal dus wel duurder worden, maar ook veel langer meegaan.

Ik geloof dat circulaire economie geen totalitaire oplossing biedt, maar deel uit maakt van een hele reeks aan oplossingen om onze aarde leefbaar te houden.

Mattias

Een artikel over VRT: De circulaire economie, wat is dat eigenlijk? En kan het de planeet redden?

Zie https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/03/20/de-circulaire-economie-wat-is-dat-eigenlijk-en-kan-het-de-plan/

Voor een artikel uit de “main stream media” best uitgebreid, met links naar externe bronnen. Ook worden nadelen genoemd, waaronder de ‘ciculaire terugslag’ (circular rebound).

Wim Moonen

Zonder alle goede en minder goede argumenten voor of tegen te herhalen, lees ik zelden iets over de echte oorzaken van de uitputting van grondstoffen en ontembare stijging van energiegebruik.

Er is geen land ter wereld, dat in staat is die oorzaak op een evenwichtige manier in te dammen: nl. het eindeloos toenemende aantal mensen op deze aarde.

Overheden vertalen de toenemende behoeften van deze grote aantallen mensen in “groei-economie is noodzakelijk” en dus blijven we eindeloos meer gebruiken totdat de wal het schip gaat keren, nl als essentiële grondstoffen een keer echt op zijn.

Juan Nibbelink

@ Kris Dat het niet volhoudbaar is hoe we nu met onze grondstoffen omgaan daar zijn de wetenschappers het ook wel over eens. In jouw reactie op mij doe je een aantal aannames die gebaseerd zijn op huidige circulaire producten. Daarmee ga je voorbij aan het enorme feit dat er nog helemaal geen circulaire economie bestaat. Daarnaast is er al veel geschreven over wat de circulaire principes precies zijn. Ook aspecten als het voorkomen van uitbuiting en voorkomen van toxische stoffen zijn daar een onderdeel van.

Wat ik al schreef over ‘geplande slijtage’, waarbij producten gemaakt worden voor een beperkte levensduur, daar hoort ook bij ‘geplande overbodigheid, waarmee bedrijven, door perverse prikkels, ons doen geloven dat we de telefoon of spijkerbroek moeten vervangen. Precies weer een voorbeeld van lineair denken. Dus je je kunt circulariteit blijven spiegelen aan de huidige pogingen in een lineaire wereld of je kunt iets verder denken waarbij we de verantwoordelijkheid nemen voor de hele productieketen, en we dus niet de grondstoffen weer terugbrengen naar ruwe grondstof, en ook stoppen de consument zo te beïnvloeden dat ze de nieuwste versie nodig hebben. Dat is namelijk heel lineair. En dat is nu juist dat wat we willen doorbreken.

Roland

PROBLEEM 3

“Een aanzienlijk deel van alle grondstoffen – ongeveer een derde van het totaal – wordt geaccumuleerd” Veel meer dan de 3% jaarlijkse groei, dus groeiloosheid of krimp vermindert dit probleem nauwelijks! Niet: “groei maakt een circulaire economie onmogelijk” maar eerder “accumulatie maakt een circulaire economie onmogelijk”. Waarom onmogelijk, en niet onvolledig?

Met voldoende regelgeving en heffingen kan de overheid zorgen, dat hergebruik ruimere toepassing krijgt, waarbij het zeker helpt als nieuwe grondstoffen duurder zijn dan de gewonnen grondstoffen uit hergebruik. Heffingen maken dit mogelijk, maar ook verbod op het lozen van afval en verplichte terugname door fabrikanten van hun afgedankte producten,mogelijk aangevuld met statiegeld. Aktief inzamelen is meestal noodzakelijk, anders is de mate van hergebruik te beperkt. Regelgeving en heffingen kunnen zorgen voor verlenging van de product levensduur, voor het onaantrekkelijk maken van kort bruikbare producten, zonodig met een verbod op wegwerp producten.

De vermeende ”deuk in de geloofwaardigheid van de circulaire economie”, die het grootste zou zijn, is alleen te volgen als je gedeeltelijke hergebruik uitsluit en uitgaat van “alles of niets”

Barry Voeten

Het niveau van dit artikel doet me denken aan dat van mezelf, in 1995, toen ik met dit soort onderwerpen begon. Geconfronteerd met een theezakje en een glad pratende VVD (Nederlands / Liberaal / Kapitalistisch ) : joh dat kan toch niet, alles recyclen, kijk maar naar een theezakje.

“Moet je dan elke keer het nietje uit het kartonnetje halen en het touwtje scheiden, en de theeblaadjes. Nee, je kan niet alles recyclen.” De oplossing was het thee-ei of een theezakje zonder nietje.

In het ontwerp al rekening houden met dat je ’t straks moet recyclen. Om je grondstoffen, die we steeds sneller gebruiken, in de cyclus te houden.

In formule-1 taal: je moet ver vooruit kijken tot twee bochten verder, anders beland je tegen de vangrail. De auteur: we rijden nu eenmaal knetterhard, dus we kunnen niet sturen. Het leven lijkt je te overkomen alsof je zelf geen inbreng hebt.

Bjorn Jansen

Interessant artikel, gelukkig met bronnen.

Wel erg vanuit een ‘dat gaat natuurlijk nooit lukken’ invalshoek. Daarmee houden we vooral de huidige situatie in stand, ik denk dat we het eens zijn dat tot een oncomfortabel resultaat leidt voor het grootste deel van de wereld.

Als het met circulaire economie, cradle2cradle of deeleconomie niet gaat lukken om de wetten van de thermodynamica te volgen, wat zou dan wel een haalbare strategie zijn.?

Koen Pellemans

We moeten afval voorkomen. Elke vorm van afvalverwerking vraagt energie. We moeten af van wegwerpproducten.

Het lijkt me verstandig om producten duurzamer te maken waarvan men (alle) onderdelen kan vervangen indien ze stuk gaan. Maar deze toestellen moeten innovatief ontworpen worden zodat de nieuwste technologie kan worden toegepast. Dat is een uitdaging.

Productie van een onderdeel zal minder energie vragen dan een volledig toestel te recycleren. Op deze manier spaart men op energie en grondstoffen.

Stem toestellen onder mekaar af op universeel gebruik van kabels en andere accessoires. Zo hoef je niet continu nieuwe accessoires te kopen.

Zorg er bijvoorbeeld voor dat boormachines, auto’s en andere producten meer in de deeleconomie komen. Zo worden er minder geproduceerd en meer hergebruikt. De meeste mensen hebben deze producten enkel nodig bij tijdelijke activiteiten.

Ik denk dat we zo een een heel eind ver geraken.

Mathias

Zolang de mens verslaafd is aan groei zal er niet veel veranderen.

Wat ik mezelf wel afvraag: zal die groei zich niet meer en meer verderzetten in een virtuele wereld?

Als ik bijvoorbeeld op de trein zie dat meer en meer mensen een grote koptelefoon op hebben en constant naar hun smartphone kijken. Als ik de wereld van mijn 8-jarige zoon vergelijk met de tijd waarin ik 8 jaar was. Dan is de tijd die men virtueel doorbrengt vele keren meer geworden. Wat zal dit zijn binnen nog eens 30 jaar?

Klinkt als science-fiction en ja ik heb de film de Matrix gezien :) Maar dat mensen ooit quasi constant in een virtuele wereld leven lijkt mij geen onmogelijk scenario.

De mens begint zich beklemd te voelen in de ’echte’ wereld. We hebben alles al gezien, het begint wat saai te worden.

Daarnaast heb je ook nog de problemen van milieuvervuiling, overbevolking,…

Als de mens zich meer en meer terugtrekt in een virtuele wereld zal er dan nog vraag zijn naar wegen, auto’s, vliegtuigen,…?

Er zal nog steeds veel energie nodig zijn om de maatschappij te laten draaien maar mogelijk zal het gebruik van grondstoffen dalen?

Jurgen

@ kris “Overconsumptie is dus een probleem dat twee tot drie keer groter is dan overbevolking.”

Dit argument grijp je aan om het belang van het tegengaan van bevolkingsgroei te relativeren. Maar die overconsumptie gebeurt toch door mensen? Als er steeds mee mensen bijkomen die allemaal overconsumeren is het tegengaan van bevolkingsgroei toch juist wel belangrijk? Daarnaast is het tegengaan van overconsumtie op zichzelf natuurlijk ook belangrijk.

Maar het voorkomen dat er überhaupt steeds meer consumerende mensen bijkomen lijkt me toch de belangrijkste, simpelste, goedkoopste en efficiëntste manier om schade aan het ecosysteem als geheel en problemen voor de mensheid te beperken.

Marnix

Wat is precies het probleem van overbevolking? Ontwikkelde landen consumeren het meest, maar produceren ook het meest. Neem bijvoorbeeld de Nederlandse landbouw: in één van de dichtsbevolkte landen produceert men voldoende voedsel voor 50 miljoen mensen, drie keer de eigen bevolking. Wat produceert een Haiti of Sri Lanka? Welke medicijnen worden daar ontwikkeld? Hoeveel computers maakt men daar? Men kan nog niet eens de eigen bevolking voeden!

Wanneer de helft van de wereld net zo dichtbevolkt zou zijn als Nederland, dan is er plaats voor 30 miljard mensen op deze aardbol. Dat halen we nooit want gezinsplanning gebeurt nu wereldwijd ook in landen als India en Bangladesh.

En gedurende die bevolkingsgroei zijn leefomstandigheden alleen maar verbeterd. Zaken als levensverwachting, kindersterfte, besmettelijke ziektes, koopkracht: alles wordt telkens maar beter. Dat zijn de feiten. Zelfs oorlogen zijn drastisch afgenomen. Dat postmoderne pessimisme is totaal ongegrond, maar helaas hevig gesubsidiëerd in het onderwijs. Een bange bevolking die zich schuldig voelt is nou eenmaal makkelijker te regeren.

Het is belangrijk om na te denken over efficientere productieprocessen of nieuwe toepassingen voor oude technieken. Men kan er nog goed aan verdienen ook. Maar laten we het wel in perspectief plaatsen. Het ging nog nooit zo goed met de wereld, en voor ieder probleem is er een (technische) en meestal weinig radicale oplossing.

Koen Vandewalle

We moeten dingen maken die duizend jaar of meer meegaan, en al die tijd kunnen onderhouden en hersteld worden.

En als een product daar niet aan voldoet, dan moet het beter en duurder gemaakt worden tot het wel zo is.

En met product bedoel ik steden, wegen, huizen, meubilair, infrastructuur, communicatiemiddelen, transportmiddelen, productiefaciliteiten… maar ook wetten en de uitvoeringsprincipes ervan.

Jan Gerrits

Einstein heeft ooit gezegd, dat we met het kennisniveau waar we waren op het moment toen we problemen lieten ontstaan, we met datzelfde kennisniveau we deze nooit op zullen kunnen lossen. Om problemen uit het verleden op te kunnen lossen, moeten we ons dus ontwikkelen. schrijven en praten wat er niet kan is dan ook volledig doelloos

Ook is het zo, dat als je er van uit gaat dat iets niet mogelijk is en anderen maar lekker napraat dat er van alles onmogelijk is, je ooit ook maar de geringste kans maakt een oplossing te vonden. Deze karaktertrek blokkeert je in het ooit ook maar de geringste kans kunnen maken in het vinden van een oplossing.

Bijna al mijn voorgangers in de reacties hierboven lopen met hun mening achter de vorige mening aan.

Blijkbaar weet niemand dat het binnen nu en pakweg één tot maximaal twee jaar mogelijk is om alle metalen te herwinnen uit reststromen en afval, met een hele hoge zuiverheid. Bronnen voor deze metalen zijn afgedankte producten, oude vuilstortplaatsen die gesaneerd worden en talloze andere plaatsen waar miljoenen tonnen metalen nu als vuil aanwezig zijn. En dat kan volledig zonder restafval.

Hoe ik dat weet? Ik ben één van die mensen, die dit gaat doen. Niet dat ik daar zomaar in geloof, maar omdat de basisprocessen hiervoor al tientallen jaren bestaan.