
Thermische isolatie vormt een hoeksteen van het beleid om het hoge energieverbruik voor het verwarmen en koelen van gebouwen te verminderen. 1 In veel geïndustrialiseerde landen vereisen energiereguleringen dat nieuwe en bestaande gebouwen geïsoleerde muren, vloeren en daken hebben en ramen met dubbel of driedubbel glas. Bij koud weer vertraagt isolatie het warmteverlies van binnen naar buiten, waardoor het energieverbruik van het verwarmingssysteem daalt. Bij warm weer vertraagt isolatie de overdracht van warmte van buiten naar binnen, waardoor het energieverbruik van het aircosysteem daalt.
Moderne isolatiemethoden bestaan uit de permanente toevoeging van niet-structurele materialen met een hoge thermische weerstand, zoals glasvezel, cellulose of minerale wol, die op of tussen de oppervlakken van gebouwen worden vastgemaakt. Deze aanpak is ongebruikelijk in een historische context en is een gevolg van een wijziging in de bouwstijl. 2 Pre-industriële gebouwen hadden vaak geen extra isolatie nodig omdat ze een aanzienlijke hoeveelheid thermische massa hadden. Die fungeerde als een buffer tegen temperatuurschommelingen van buitenaf. Bovendien konden de bouwmaterialen zelf een hoge warmteweerstand hebben.
In een historische context zijn moderne isolatiemethoden ongebruikelijk en het gevolg van wijzigingen in de bouwstijl.
In de 12e en 13e eeuw bouwden Noord-Europeanen bijvoorbeeld rieten huizen met daken van stro die 60-80 cm dik waren. De muren waren vaak gemaakt van klei en stro, wat een uitstekende thermische massa en warmteweerstand opleverde. 3 Moderne gebouwen zijn daarentegen vaak stalen en betonnen constructies met zeer weinig thermische massa. Daardoor zijn ze erg gevoelig voor temperatuurschommelingen van buitenaf.
Bovendien hadden pre-industriële gebouwen weinig en kleine ramen, die vaak geen glas hadden en ’s nachts alleen door schuifluiken werden gesloten. 4 Daarentegen hebben moderne gebouwen grote glasoppervlakken, wat resulteert in aanzienlijke warmteverliezen in de winter en een hoge zoninstraling in de zomer.
In warme klimaten werden gebouwen ook ontworpen voor maximale ventilatie, bijvoorbeeld door het gebruik van binnenplaatsen en gebouworiëntatie. 5 Moderne gebouwen lijken daarentegen vaak op elkaar, ongeacht het lokale klimaat. Dit alles resulteert in een hoog energieverbruik voor verwarming en koeling, dus voegen we isolatie en dubbele beglazing toe, vooral sinds de oliecrisissen van de jaren 1970.


Permanente versus verwijderbare isolatie
Een terugkeer naar traditionele gebouwen, die het interieur op een comfortabele temperatuur houden door middel van architectonisch ontwerp in plaats van energie-intensieve technische installaties, zou het energieverbruik voor verwarming en koeling aanzienlijk kunnen verminderen. Het is echter geen oplossing voor de korte termijn: het zou veel tijd, geld en energie kosten om het bestaande gebouwenbestand te vervangen.
Gelukkig biedt de geschiedenis een alternatieve oplossing die sneller en met minder middelen kan worden toegepast: textiel. Voor de Industriële Revolutie voegden mensen een tijdelijke laag textiel toe aan de binnen- of buitenkant van een gebouw, afhankelijk van het klimaat en het seizoen. Bij koud weer werden muren, vloeren, daken, ramen, deuren en meubels geïsoleerd met gordijnen en tapijten. Bij warm weer werden ramen, deuren, gevels, daken, binnenplaatsen en straten overschaduwd door luifels en “toldos”.


Verwijderbare isolatie kan aanzienlijke energiebesparingen opleveren met veel meer flexibiliteit dan permanent ingesloten isolatiematerialen. Omdat moderne isolatiemethoden bouwvergunningen en structurele ingrepen aan een gebouw vereisen, zijn ze duur, tijdrovend en alleen een optie voor huiseigenaren. Bovendien zijn moderne isolatiemethoden niet geschikt voor oudere gebouwen, in welk geval ze vaak financieel en energetisch niet duurzaam zijn. 67
Mensen kunnen verwijderbare isolatie installeren zonder bouwvergunningen aan te vragen of professionals in te huren, waardoor het een betaalbare doe-het-zelfoplossing is.
Verwijderbare textielisolatie daarentegen is geschikt voor zowel nieuwe als bestaande gebouwen, en voor huurders zowel als eigenaars. Mensen kunnen ze vaak installeren zonder bouwvergunningen aan te vragen of professionals in te huren, waardoor het een betaalbare doe-het-zelfoplossing is die binnen ieders bereik ligt. Verwijderbare isolatie kan snel worden aangebracht zonder overlast te veroorzaken voor bewoners en buren.
Voor koeling heeft textiel nog een voordeel. Luchtdichte gebouwen met een permanente isolatielaag kunnen oververhit raken als het elektrische koelsysteem uitvalt tijdens een hittegolf. 8 Zonweringen en toldos daarentegen kunnen het interieur comfortabel houden, onafhankelijk van een elektriciteitsvoorziening.
Winter: tapijten en gordijnen
Historisch gezien werd het gebruik van verwijderbare textiellagen op verschillende manieren benaderd, afhankelijk van het klimaat. In koude gebieden, bijvoorbeeld in grote delen van Europa, installeerden mensen verschillende soorten textiel op de binnenoppervlakken van gebouwen om het thermisch comfort te verhogen. Sommige hiervan, zoals gordijnen en tapijten, zijn nog steeds te vinden in moderne interieurs, hoewel niet in dezelfde mate als vroeger.
Tapijten werden bijvoorbeeld niet alleen op vloeren gelegd maar ook aan muren gehangen (“wandtapijten” of “wandkleden”), over tafels gedrapeerd (“tafelmatten”) en op andere meubels gebruikt. Op dezelfde manier werden dikke gordijnen opgehangen voor ramen maar ook voor deuren (“portières”) of deuropeningen en rond bedden (“bedgordijnen”). 910111213141516 In sommige streken hingen mensen tijdens de wintermaanden dekbedden aan het plafond. 171816




Dit “huistextiel” werd meestal gemaakt van natuurlijke wol, nog steeds een van de best presterende isolatiematerialen. 19 De warmteweerstand van wol blijft hetzelfde, of het nu permanent in gebouwoppervlakken wordt ingesloten of ervoor wordt gehangen of erop wordt gelegd. Vloertapijten en wandkleden vertraagden dus de warmteoverdracht van binnen naar buiten, net zoals moderne isolatiemethoden dat doen. Op dezelfde manier gaf een set wollen gordijnen van 2-3 cm dik een raam met enkel glas de isolatiewaarde van een modern raam met dubbel glas. 20
Voor de 18e eeuw importeerden Europeanen oosterse tapijten, maar gebruikten ze alleen op muren en meubels omdat ze te kostbaar waren om over te lopen.
De productie van wollen tapijten gaat terug tot minstens de eerste eeuwen na Christus in het Midden-Oosten, Centraal-Azië en het Verre Oosten. Wollen vloertapijten werden echter pas gemeengoed in Europa rond de 18e eeuw, toen de tapijtproductie gemechaniseerd werd. Voor die tijd importeerden de Europeanen oosterse tapijten, maar gebruikten ze alleen op muren en meubels omdat ze te kostbaar waren om op te lopen. Voor vloerisolatie gebruikten Europeanen dierenhuiden, losse strohalmen of “biezenmatten” gemaakt van grassen. 1112132122



Huistextiel hield ook tocht tegen die door kieren in gebouwen en raam- en deurkozijnen naar binnen kwam. 9 Dat is de reden waarom gordijnen aan beide kanten open gaan. Tweezijdige gordijnen kunnen geopend worden, waardoor ze daglicht en een uitzicht bieden en tegelijkertijd tocht tegenhouden die binnenkomt via de slecht afgedichte aansluitingen tussen de muur en het raamkozijn. 1011
Tweezijdige gordijnen kunnen geopend worden, waardoor ze daglicht en een uitzicht bieden en tegelijkertijd tocht tegenhouden die binnenkomt via de slecht afgedichte aansluitingen tussen de muur en het raamkozijn.
In de winter konden dikke en zware gordijnen een ruimte beschermen tegen de koude lucht die naar binnen kwam telkens als iemand de deur opendeed. Dergelijke “portières” zijn nog steeds te vinden in de ingangen van historische openbare gebouwen of cafés, maar ze waren ook gebruikelijk in gezinswoningen. 10111716
Stoffen verhoogden ook het comfort op manieren die moderne isolatiemethoden niet kunnen. Vloerkleden vertraagden de warmtegeleiding van de voeten naar de koude vloer, terwijl tafelmatten armen en handen in contact brachten met een warmer oppervlak. Dekbedden die aan het plafond hingen, bedgordijnen en tafelmatten accumuleerden allemaal warmte van het menselijk lichaam of een andere warmtebron in een kleinere ruimte. 171816


Gestoffeerde stoelen, lambrisering op de muren
Textiel kon ook worden gecombineerd met houtwerk om hetzelfde effect te bereiken. Het kamerscherm bijvoorbeeld was een combinatie van wandtapijt en timmerwerk die tocht tegenhield en de stralingswarmte van een open haard reflecteerde. 9 Gestoffeerde zitmeubels, die aan het eind van de jaren 1600 verschenen, hadden een kussen in het bekledingsmateriaal en waren opgevuld met veren, wol, paardenhaar, dons of lappen. 12 Ze zorgden voor een zachter zitoppervlak maar verminderden ook het warmteverlies van het lichaam naar het meubilair. 9 Kussens droegen ook bij aan thermisch comfort.
Sommige decoratieve elementen, gemaakt van hout of pleisterwerk, vervulden soortgelijke functies als textiel. Lijstwerk hield bijvoorbeeld tocht tegen en werd gebruikt om naden tussen muren en vloeren (plinten), plafonds (kroonlijsten) en deuren en ramen (omkastingen) te bedekken. 923 Sommige huizen hadden houten scheidingswanden die aan het plafond waren bevestigd en die in de winter naar beneden werden gelaten om de warmte rond de open haard te concentreren. 24
Lijstwerk hield tocht tegen en werd gebruikt om overgangen tussen muren en vloeren, plafonds en deuren en ramen te bedekken.
Lambrisering bestond uit panelen van eiken- of dennenhout die over een gedeelte van een muur (of heel de muur) werden aangebracht, een praktijk die dateert uit de late middeleeuwen. 91225 Zulke houten lambriseringen konden ook gestoffeerd worden, waardoor de thermische isolatiewaarde nog hoger werd. Binnenluiken konden gordijnen vervangen. Bedden konden aan alle kanten afgesloten worden met houten panelen, ter vervanging van bedgordijnen.
Helaas is er heel weinig academisch onderzoek gedaan naar de potentiële energiebesparing van huistextiel en soortgelijke hulpmiddelen, of ze nu alleen worden gebruikt of in combinatie met permanente isolatie. Er is een handvol oudere studies die de isolatiewaarde van vloer- of wandtapijten berekenen, maar geen enkele onderzoekt de gecombineerde effecten van interieurtextiel en andere decoratieve elementen. 26


Zomer: zonweringen
Het hierboven beschreven huistextiel werd vooral gebruikt om het thermisch comfort bij koud weer te verbeteren. De uitzondering is het raamgordijn, dat niet alleen warmte binnenhoudt in de winter, maar ook zonnewarmte buiten kan houden in de zomer, wat resulteert in een koelere omgeving. 27 Voor verkoeling is raamtextiel echter veel effectiever aan de buitenkant van het gebouw in de vorm van een zonwering, die zonnewarmte tegenhoudt voordat deze door de beglazing naar binnen komt. 28
In Europa verschenen zowel raamgordijnen als zonweringen pas in de 16e en 17e eeuw, toen glas betaalbaar genoeg werd om grotere glasoppervlakten mogelijk te maken. 101221 Zoals gezegd maken grotere ramen het verwarmen en koelen van gebouwen moeilijker. Toch hebben ze ook voordelen: ze leveren gratis zonnewarmte in de winter, bevorderen natuurlijke ventilatie, bieden een uitzicht en zorgen voor daglicht gedurende het hele jaar. 22729
Raamgordijnen en zonweringen - de laatste meestal gemaakt van canvas - kunnen al deze overwegingen met elkaar verzoenen. Een zonwering kan bijvoorbeeld in de zomer zonnewarmte blokkeren terwijl het raam open blijft voor ventilatie en tegelijkertijd uitzicht en verlichting blijft bieden. 30 In de 19e en begin 20e eeuw waren Europese en Noord-Amerikaanse steden gehuld in zonweringen. Verschillende wolkenkrabbers in New York City en Chicago hadden ze oorspronkelijk ook. 31
In de 19e en begin 20e eeuw waren Europese en Noord-Amerikaanse steden gehuld in zonweringen.
Zonwering en airconditioning kunnen worden gecombineerd, waardoor het energieverbruik aanzienlijk daalt. Verschillende onderzoeken tonen aan dat zonweringen het energieverbruik van airconditioningsystemen met een derde tot meer dan de helft kunnen verminderen, wat energiebesparingen oplevert die groter zijn dan die van duurdere dubbele beglazing of beglazing met een lage emissiviteit (die ontworpen is om UV-stralen tegen te houden). 832333435363738 Tegenwoordig zijn ramen groter dan ooit en dus kunnen zonweringen zeer goede resultaten opleveren voor een relatief kleine investering.



Zomer: toldos
Buiten West-Europa en Noord-Amerika is het gebruik van “gordijnen” voor verkoeling vele eeuwen ouder dan het gebruik van glazen ramen. Minstens 2000 jaar lang gebruikten mensen in het Midden-Oosten en rond de Middellandse Zee textiel om niet alleen ramen en deuren (zonder glas) van schaduw te voorzien, maar ook daken, gevels, binnenplaatsen en hele straten. Dergelijke textielproducten staan bekend als “toldos” of “zonnezeilen”.
De klassieke toldo, gemaakt van hennepdoek, is een rechthoekige of driehoekige, gordijnachtige zonwering die wordt opgehangen door opgenaaide zeilringen aan parallelle draden. 39 Microperforaties voorkomen stagnatie van warme lucht onder de zonwering. 40
In het oude Rome bouwden zeelieden grote “velaria” om amfitheaters van schaduw te voorzien. 394140 In Caïro, Egypte, zijn straat- en binnenplaatsoverkappingen nog steeds kenmerkend voor het stadsbeeld, vooral in sommige historische buurten. 39 Europese steden met islamitische invloeden, zoals Córdoba, Málaga, Granada en Sevilla in Spanje, gebruiken nog steeds toldos, of hebben het gebruik ervan nieuw leven ingeblazen.
Hoewel toldos voornamelijk gebruikt worden in woestijnklimaten, worden ze door de klimaatverandering ook steeds nuttiger in regio’s met een gematigd klimaat.
Een onderzoek uit 2020 in Córdoba toonde aan dat straatzonwering de temperatuur van trottoirs, gevels van gebouwen en daken met wel vijftien graden Celsius kan verlagen. 40 Collectieve zonwering zou dus individuele zonwering kunnen vervangen, maar het verkoelende effect op gebouwen hangt af van de oriëntatie van de straat. Hoewel toldos voornamelijk worden gebruikt in woestijnklimaten, worden ze door de klimaatverandering ook steeds nuttiger in gebieden met een gematigd klimaat.
In tegenstelling tot airconditioning zijn zonwering en toldos robuuste, goedkope en technisch eenvoudige oplossingen die binnen het bereik liggen van de meeste huishoudens en samenlevingen. 40 In Egypte zijn toldos niet zozeer een van bovenaf opgelegde ontwikkeling op initiatief van de autoriteiten, maar worden ze gemaakt en geïnstalleerd door de bewoners in een “demonstratie van een architectonische bottom-up beweging ondersteund door een lokale industrie van expertise en vakmanschap.” 39


Overdekte straten
Ook aan de buitenkant is de grens tussen verwijderbare en permanente isolatie niet rigide. Houten luiken met lamellen of architecturale ingrepen zoals inspringende ramen en overdekte galerijen kunnen bijvoorbeeld zonweringen en toldos vervangen. 42
Residentiële straten in islamitische steden konden gedeeltelijk overdekt zijn door overkragende gebouwen of volledig overdekt door extra woonruimtes. Winkelstraten waren vaak volledig overdekt, ofwel door geperforeerde gewelven, door hoge borstweringen en dubbel hellende daken, of door dikke planken en riet. 42
Bomen kunnen ook dienen als zonwering en toldos. Loofbomen geven schaduw aan gebouwen en straten in de zomer en laten de zon door in de winter. Bomen hebben echter tientallen jaren nodig om te groeien en hebben ook water nodig, wat vaak schaars is in de regio’s waar toldos van oudsher worden gebruikt.
![Afbeelding links: British Counsel Building 1917. Mensen in het hete, droge klimaat in de Rode-Zeeregio gebruiken van oudsher een rijkelijk uitgesneden houten raamscherm dat een “masharabiya” (Egypte), “rowshan” (Saoedi-Arabië) of “jali” (India, Pakistan) wordt genoemd. [^11][^28][^36] Het bestaat uit een houten traliewerk dat uitsteekt in de straat en een enkel raam of meerdere ramen bedekt van de bovenkant tot de onderkant van het gebouw. “Shishes”, geweven gras- of rietmatten die in ramen en deuropeningen werden gehangen, waren de meer betaalbare versie voor minder rijke mensen. Afbeelding rechts: Straatbeeld 1916. Foto: [^36].](https://solar.lowtechmagazine.com/nl/2025/07/dressing-and-undressing-the-home/images/dithers/roshans_dithered.png)

Textielarchitectuur: tenten
In alle bovenstaande voorbeelden vormt textiel een extra “zachte” architectonische laag, aan de binnen- of buitenkant van “harde” architectonische bouwoppervlakken. De zachte architecturale laag kan echter ook op zichzelf staan. In veel delen van de wereld woonden mensen niet in permanente structuren van hout, steen, modder, baksteen of andere “harde” materialen, maar in lichtgewicht, draagbare structuren die ze bijna volledig van textiel maakten: tenten. Het velum van de tent doet tegelijkertijd dienst als gordijn, wandtapijt en zonwering - er zit geen hard bouwoppervlak tussen.
Het velum van de tent doet tegelijkertijd dienst als gordijn, wandtapijt en zonwering - er zit geen hard bouwoppervlak tussen.
De architectuurgeschiedenis heeft als academische discipline textielarchitectuur grotendeels genegeerd, omdat deze ontstond onder nomadische volkeren of zogenaamde “barbaren” buiten de geregeerde, “beschaafde” wereld. 4143 Tenten waren echter net zo wijdverspreid als permanente gebouwen. Ze hadden de voorkeur als er twee vaak verwante omstandigheden heersten: een gebrek aan bouwmaterialen en een behoefte aan mobiliteit. Nomadische herders gebruikten tot voor kort draagbare architectuur in grote delen van Eurazië, Noord-Afrika en Noord-Amerika, en sommigen doen dat nog steeds. 41
Zelfs vandaag de dag zijn er nog sterke argumenten voor de tent, zowel wat betreft duurzaamheid als veerkracht. Ten eerste vergt de bouw van tenten aanzienlijk minder middelen dan de bouw van permanente constructies. Ten tweede moeten permanente gebouwen beschermd worden tegen allerlei natuurlijke bedreigingen, zoals hittegolven, orkanen, bosbranden, overstromingen, enzovoort. Met een tent daarentegen kun je deze problemen oplossen door te verhuizen: je kunt vluchten voor gevaar zonder je huis achter te laten. Tenten zijn ook veilige schuilplaatsen in het geval van een aardbeving.


Tenten voor warme en koude gebieden
Tenten werden gebruikt in gebieden met extreme hitte of kou, wat de veelzijdigheid en effectiviteit van textiel in het bieden van thermisch comfort aantoont. 41 Zowel de met huid bedekte kegelvormige tent van Noord-Eurazië en Noord-Amerika, beter bekend als de “tipi”, als de kibitka of vilten tent, beter bekend als een “yurt”, werden ontworpen voor een efficiënte verbranding in koude, winderige klimaten. De structuren dienden als verbrandingskamer, schoorsteen en windscherm voor het centrale vuur, naast het functioneren als woning. 41
De “zwarte tent” uit het Midden-Oosten was daarentegen ontworpen om de warmte buiten te houden in plaats van binnen. Deze tent, die het meest lijkt op de tenten die we vandaag de dag nog steeds gebruiken, had geen skelet, maar een voorgespannen velum dat in een aerodynamische vorm over minimale houten dragers was gespannen. In tegenstelling tot de matten en leren zonweringen van de kegeltent en kibitka, was het geweven velum van zwart geitenhaar sterk genoeg om opgespannen te worden. 41 Het absorbeerde warmte terwijl het schaduw gaf, en als gevolg daarvan kon de temperatuur in de zwarte tent tot 10-15 graden Celsius koeler zijn dan in de omringende atmosfeer. 4
Tipi’s


Kibitka’s


Zwarte tenten


Je huis aan- en uitkleden
In moderne gebouwen vereist het handhaven van thermisch comfort geen aandacht of inspanning van de bewoners. Als het kouder wordt in de winter of warmer in de zomer, behouden moderne verwarmings- en koelsystemen de door de thermostaat geprogrammeerde binnentemperatuur door het energieverbruik te verhogen. Pre-industriële gebouwen vroegen daarentegen om actieve deelname van de bewoners. Het was gebruikelijk om binnen- en buitentextiel aan te passen aan het tijdstip van de dag, het weer en de seizoenen.
Het historische gebruik van verwijderbare textielisolatie herinnert ons aan het aan- en uitkleden van ons lichaam, een handeling die ook afhankelijk is van het weer en de seizoenen.
Het historische gebruik van verwijderbare textielisolatie herinnert aan het aan- en uitkleden van ons lichaam, een handeling die ook afhankelijk is van het weer en de seizoenen. 16 Dagelijks openden en sloten mensen gordijnen en zonweringen, afhankelijk van het weer en het tijdstip van de dag. 10 Straat- en binnenplaats toldos werden ’s nachts samengevouwen zodat de warmte opgeslagen in de thermische massa van de stoep en de gebouwen naar de hemel kon uitstralen. 36 Hetzelfde gebeurde bij winderig weer.
![Afbeelding: In veel historische gevallen waren er nauwe relaties tussen stoffering, draperie en kleding. [^11] Detail uit: Nicolas Ponce (1746-1831) naar Pierre Antoine Baudouin (1723-1769), La toilette, gravure, 1771. Metropolitan Museum of Art, Harris Brisbane Dick Fund, 1954, 54.533.12. Beeld in het publieke domein.](https://solar.lowtechmagazine.com/nl/2025/07/dressing-and-undressing-the-home/images/dithers/textiles-and-clothes_dithered.png)

In de zomer werden tapijten opgerold om de koude stenen vloer bloot te leggen. Bedgordijnen van dikke materialen, die in de winter werden gebruikt, werden in de zomer vervangen door lichter textiel, waardoor mensen konden slapen zonder last te hebben van insecten. 11 In Córdoba en andere Spaanse steden worden toldos op straat alleen geïnstalleerd tussen mei en oktober. 40
Sommige mensen voegden ook tijdelijke winterisolatie toe aan de buitenkant van een constructie door een lage barrière tegen koude temperaturen op te werpen langs de laagste delen van de muren, vooral de muur die naar de heersende wind was gericht. In de koloniale tijd in Noord-Amerika werden huizen in Connecticut bijvoorbeeld vaak bedekt met graszoden, stapels bladeren of, aan de kust, met zeewier. Zelfs vandaag de dag zie je in landelijke gebieden in het noorden van de VS balen hooi opgestapeld rond de funderingen van huizen. 4
De tent aan- en uitkleden
Tenten laten ook de seizoensgebondenheid van textiel zien. In Lapland werd het tentdoek in de zomer traditioneel gemaakt van berkenbast en in de winter van rendierhuid. In de Mongoolse en Turkse kibitka hing het aantal lagen vilt dat werd gebruikt om het tentframe te bedekken af van de buitentemperatuur. In de winter konden er twee of drie lagen vilt worden aangebracht, terwijl in de zomer de zijvilten ongeveer een halve meter van de grond werden opgetild om het interieur te ventileren. Indianen regelden de intensiteit van het vuur door delen van de tent te openen en te sluiten. In de zomer lieten ze de tipi gedeeltelijk open naar de omgeving. 41
In de winter kunnen er twee of drie lagen vilt worden aangebracht, terwijl in de zomer de zijvilten ongeveer een halve meter van de grond werden opgetild om het interieur te ventileren.
In zwarte tenten kon ’s winters een extra katoenen voering, een tent in een tent, aan de binnenkant worden gehangen als isolatie tegen de kou. Tijdens het warme seizoen werd de tent aan alle kanten open gelaten. De uitstekende windstabiliteit van de zwarte tent bij sterke wind hing ook af van regelmatige interventies door de bewoners. Omdat de open kant van de tent van de heersende wind af stond, moesten de bewoners bij een plotselinge verandering van windrichting de voorstokken naar achteren verplaatsen, de achterwand afbreken en deze aan de voorkant van de tent weer opbouwen. 41
Tenten konden ook aan de buitenkant geïsoleerd worden tijdens koude seizoenen. Sommige mensen omringden hun tenten met rieten muren, terwijl anderen er aarden wallen omheen bouwden of stenen of lemen muren optrokken. In Lapland bedekten mensen de zijkanten van hun tenten met sneeuw in de winter. 41 Sommige Amerikaanse stammen stapelden aarde en stenen rond de basis van hun tipi’s om koude tocht tegen te houden en isolatie toe te voegen. Dit hielp ook om de structuur te verankeren tegen de winterwinden. 4



Privacy, geluid, esthetisch plezier
Textiel hield mensen niet alleen warm of koel, maar had ook andere functies, zowel in permanente gebouwen als in tenten. Ten eerste zorgde het voor het afbakenen van ruimtes voor het privéleven. 10 Ruimtes werden van elkaar gescheiden door gordijnen, die het zicht verstoorden en geluiden dempten. 910131716 Gordijnen konden bepaalde ruimtes afschermen die gewijd waren aan specifieke functies. 14 Bedgordijnen boden privacy als er geen aparte slaapkamer was. 10

Gordijnen en zonweringen boden privacy zonder in te boeten aan thermisch comfort. In de zomer kon een deurgordijn of zonwering voorkomen dat buitenstaanders naar binnen keken als de deuren of ramen openstonden, waardoor er toch nog wat licht en lucht binnenkwam. Kamers die van elkaar gescheiden waren door deurgordijnen boden enige privacy ten opzichte van andere bewoners terwijl de lucht toch kon circuleren. 10 Textiel beschermde mensen en hun bezittingen ook tegen stof en insecten, regelde de verlichting van interieurs, reduceerde lawaai en maakte spraak rijker. 1516
Tot slot droeg huistextiel bij aan de versiering van de ruimtes waarin het werd opgehangen, “hetzij op zichzelf, hetzij als achtergrond of kader voor het tentoonstellen van voorwerpen en personen, waardoor het esthetisch plezier verschafte en een gevoel van plechtigheid, weelde, warmte of intimiteit opriep, afhankelijk van de context.” 14 Textiel was vaak het meest waardevolle dat in een interieur te zien was en de kwaliteit en de verschillende soorten textiel weerspiegelden de status van hun eigenaars. 1114
Textiel was vaak het meest waardevolle in een interieur en de kwaliteit en verschillende soorten textiel weerspiegelden de status van hun eigenaars.
In de meeste huishoudens waren de wandkleden bijvoorbeeld gemaakt van wol, linnen, katoen of leer, terwijl de muren in kastelen, paleizen en dure huizen versierd waren met leren wandkleden met reliëf of wandtapijten met specifieke scènes of landschappen - gemaakt van zijde en wol en verweven met goud- en zilverdraden om het nog rijker te maken. 1344


Kale, witte interieurs met airconditioning
Tegenwoordig wonen slechts weinigen van ons in gebouwen met deurgordijnen, bedgordijnen of zonweringen. De overvloed aan interieurdecoratie heeft plaatsgemaakt voor een minimalistisch, neutraal en vaak kaal wit interieur zonder textiel. 91321 Op dezelfde manier bouwen we nu liever winkelcentra met airconditioning in plaats van straatmarkten bedekt met toldos. Natuurlijk kunnen we deze dingen alleen maar doen dankzij een schijnbaar eindeloze stroom fossiele brandstoffen. 9
Gordijnen, tapijten, zonwering en toldos hebben hun ongemakken en nadelen. Ze vereisen aandacht en manuele handelingen, moeten gereinigd worden en kunnen een brandrisico vormen tenzij ze gemaakt zijn van wol of leer. 45 Het blijven verbranden van fossiele brandstoffen heeft echter nog grotere ongemakken en nadelen, vooral op de wat langere termijn.
Textiel zou het energieverbruik kunnen verminderen en het comfort en de leefbaarheid in alle soorten gebouwen kunnen verbeteren. Toldos zouden de straten en daken van hele stadswijken kunnen overspannen. De geschiedenis laat zien dat verwijderbare textielisolatie werkt.


Helaas gaan bouw- en renovatievoorschriften voorbij aan de warmte-isolerende eigenschappen van tapijten, gordijnen en andere textielproducten. Je mag zoveel dikke gordijnen en tapijten toevoegen als je wilt, maar de wetgeving vereist nog steeds dat je ramen met dubbel of driedubbel glas en geïsoleerde oppervlakken installeert, ook al kan textiel net zo effectief zijn in het bieden van isolatie. 6
Aan de buitenkant van het gebouw zijn zonweringen vaak niet eens legaal. De Britse Blind and Shutter Association heeft hard moeten vechten om een verbod op zonwering door de autoriteiten ongedaan te maken. 30 En, voor het geval je het overweegt, in veel landen is het verboden om in een tent te wonen, zelfs als het op privéterrein is.
Met dank aan Louise Morin voor de inspiratie.
Met dank aan Jonas Görgen, Roel Roscam Abbing, en Marie Verdeil voor hun reacties op een eerdere versie van dit artikel.
Reacties
Als je op dit artikel wil reageren, stuur dan een mailtje naar solar (at) lowtechmagazine (dot) com. Je gegevens worden niet voor andere doeleinden gebruikt. Blijf je liever anoniem, sluit dan je bericht af met een pseudoniem.
Reacties